De Biesbosch wordt in de wintermaanden overgenomen door wel tienduizenden vogels. Eenden, nonnetjes, brilduikers en kuifeenden: het is een divers gezelschap. Niet iedere vogel van dit gezelschap is even gediend van boten, sporters of andere recreanten. Sommige beestjes zijn heel verstoringsgevoelig vertelt de boswachter: “Die vogels vliegen bij 300 a 400 meter al de lucht in.”
Het wegvliegen voor boten en watersporters kan een negatief effect hebben op de vogels. “Je moet je voorstellen dat zo’n vogel bij 300 a 400 meter de lucht in vliegt en dan verderop landt en dan komt er opnieuw een boot langs en moet de vogel weer opvliegen”, deze vicieuze cirkel blijft dan doorgaan voor de vogel legt Harm Blom uit.
Met de dood als gevolg
Het wegvliegen en landen kost ontzettend veel energie. Uit onderzoek is gebleken dat vogels in zo’n situatie tussen een half uur en driekwartier aan het vliegen zijn binnen een uur tijd. De energie die de vogel zou moeten steken in het overwinteren en het rusten wordt dan gestoken in het rondvliegen. “De rust, die de vogels nodig hebben, verandert dan in onrust. Vogels verlaten dan de Biesbosch en daar is het natuurgebied niet voor bedoeld”, zegt de boswachter.
Voor een mens is een avondje minder slaap misschien niet het einde van de wereld. Voor vogels daarentegen zijn de gevolgen een stuk serieuzer. Het kan het verschil maken tussen het leven en de dood. “Geen rust? De vogels vallen dan af. Ze kunnen winters zelfs niet overleven”, vertelt Harm Blom.
Rondje om
Des te belangrijker is het om de rust in de Biesbosch te bewaren. “. De Biesbosch sluit daarom al jarenlang gebieden af voor boten en watersporters”, zegt de boswachter. Er zijn geen nieuwe gebieden afgesloten, maar door de grote stroom aan vogels die de Biesbosch in vliegen vraagt de boswachter wel extra aandacht voor de rustgebieden. “ Zie je grote concentraties vogels liggen op het water, probeer daar even omheen te varen”, geeft Blom mee als tip.
Wandelaars, vogelaars en andere natuurliefhebbers kunnen nog steeds genieten van het natuurgebied en alle vogels door op de toegestane paden te blijven lopen en door gebruik te maken van de aangewezen parkeerplaatsen en de musea. “Recreatie en natuur gaat in principe prima samen”, legt de bevlogen boswachter uit.