Arie (65) uit Hardinxveld stopt na 38 jaar als brandweervrijwilliger

Van der Plas is jarenlang dienstdoende vrijwilliger bij de brandweer, als er plots het volgende bericht op zijn pieper (waar meldingen voor hulpdiensten op binnen komen, red.) verschijnt:

Dat bericht kwam overigens binnen op een moment dat Van der Plas niet oproepbaar was. “Het was eigenlijk best wel vervelend, want ik zit nu drie weken in de lappenmand. Dit komt doordat ik in mijn vingers heb gezaagd tijdens mijn werk als scheepsbouwer”, vertelt hij. “Dus ik heb de laatste weken dat ik in dienst was niet kunnen uitrukken en niet kunnen oefenen.”

Toen Van der Plas eind jaren ‘80 de kazerne aan de Rijnstraat binnenliep zag er veel hetzelfde uit, zo laat hij tijdens een rondleiding weten. “Aan het gebouw is niet zoveel veranderd. Alleen de kantine is vernieuwd.” Ook geeft hij aan dat de in de remise geparkeerde spuitwagen indertijd veranderd is. “We hebben tegenwoordig ook een gaspakvoertuig die voor de hele streek inzetbaar is.”

Wat dan weer wel heel erg verschilt, zijn de bluspakken. “Toen ik hier binnenkwam droegen we nog zo’n helm met een gouden hanenkam er op.” Hij gaat verder. “We droegen verder eigenlijk gewoon een leren jas en een leren broek. Dan voel je het wel hoor, als je te dicht bij een vlam staat.” Tegenwoordig zitten er aan een bluspak veel meer brandvertragende of -werende maatregelen.

“Iedereen heeft zijn eigen pak. Vroeger had je die vaak zelf in beheer, dus kon je in principe ook achter de brandweerwagen aan rijden. Nu kan dat niet meer”, aldus Van der Plas. “Dat heeft zijn voor- en nadelen. Nu gebeurt het weleens dat je aankomt op de kazerne en de wagen al ziet wegrijden.” Het is dan ook minutenwerk.

“We proberen altijd in 4 à 5 minuten in de bluswagen te zitten”, vertelt Van der Plas. En dat is vrij pittig. De vrijwilligers (het gros van de brandweerlieden in Hardinxveld-Giessendam) wonen niet op de kazerne en slapen er ook niet. Als ze worden opgeroepen moeten ze eerst naar de brandweerkazerne en daar hun pak aantrekken. Vervolgens rijden ze naar de melding. “Soms zit je nog wel eens wat vast te maken of goed te doen als je in de wagen zit.”

Al ziet Van der Plas de verandering niet alleen terug in deze manier van werken. Ook bij het incident gaan dingen nét even anders dan voorheen, en is de rolverdeling ietwat aangepast. “Vroeger had de bevelvoerder echt een rol als coördinator. Tegenwoordig zie je veel vaker dat de bevelvoerder ook de kar trekt tijdens een incident, en dus actief meedoet.”

Tot slot is er volgens Van der Plas veel veranderd rondom de opleiding: “Die kun je online volgen. Ook moet je veel vaker je bekwaamheid laten testen via cursussen en oefeningen.”

Het vrijwilligerswerk zit er voor Van der Plas dan misschien wel op, maar dat betekent niet dat hij de brandweer volledig hoeft te missen. “Mijn aanstaande schoonzoon was lid van de jeugdbrandweer in Geldermalsen. Die heeft hier in Hardinxveld een huis gekocht en heeft zich inmiddels ook aangemeld bij onze post. Dus eigenlijk gaat hij mijn plek hier innemen, dat vind ik heel leuk.”

Qua hoeveelheid oproepbare brandweerlieden gaat Hardinxveld-Giessendam er dus niet op achteruit. Dat is volgens Van der Plas niet heel gek: “Er is veel jonge aanwas bij de brandweervrijwilligers. Dat is eigenlijk altijd al zo geweest.”

De streekredactie van RTV Dordrecht blikte met Arie terug op zijn jaren als brandweervrijwilliger en kreeg een exclusief kijkje op de kazerne in Hardinxveld-Giessendam. Bekijk de terugblik en de beelden van de rondleiding hieronder.