De ingrepen door het college zijn fors. Alleen projecten op het gebied van duurzaamheid, veiligheid, arbeidsmarkt en binnenstad worden enigsziens ontzien. Het bezuinigingsmes is vlijmscherp en we gaan het allemaal merken. Subsidies worden alleen verstrekt om iets mede mogelijk te maken en niet om iets in stand te houden. De "kleine" subsidies tot en met 50.000 euro moeten het ook ontgelden. Geeft de gemeente daar nu nog 1,6 miljoen euro aan uit, dat wordt een miljoen minder. Dan gaat het om een paar honderd subsidies, vooral voor evenementen. Sportverenigingen moeten meer samenwerken en velden gaan delen. Onderhoud in de openbare ruimte vindt niet automatisch om de paar jaar plaats. Scholen zijn zelf verantwoordelijk voor onderhoud aan de gebouwen en gaan daarvoor een coöperatie oprichten. Ook wordt fors gesneden in de uitgaven voor cultuur en media. Dan gaat het om de bibliotheek, Tobe en de lokale omroep. De volledige lijst met maatregelen is nog veel langer.
Dordrecht heeft jarenlang meer uitgegeven dan er binnenkwam. Het tekort werd aangevuld vanuit een reservepotje, maar dat moet stoppen. Ook kwam er minder geld vanuit het Rijk dan waar op was gerekend. Dordrecht past ook haar rekenrente naar beneden aan met een volle procentpunt. Het kwam er op neer dat in de boekhouding spaargeld meer rente opleverde dan in werkelijkheid het geval was. Gunstig gevolg is dat daardoor de rioolheffing wel naar beneden gaat.
Het college vindt desondanks dat de stad er niet slecht voor staat. De "Agenda voor de stad", zoals het volledige pakket aan bezuinigingsmaatregelen heet, moet nog worden besproken in de gemeenteraad.