Toch lijkt die vrijheid iets alledaags te worden. We willen vrijheid en wat het ons gekost heeft doorgeven, maar de helden die dit groot goed voor ons bevochten hebben zijn er dadelijk niet meer om hun herinneringen te delen. Zal de kracht van het verhaal nog overeind blijven als de verteller er niet meer is? En hoe dringen we door in de belevingswereld van jongeren om deze boodschap over te brengen? In mijn hoofd, maar dan ook alleen daar, schaar ik mijzelf ook nog onder deze doelgroep en ergens begrijp ik het gebrek aan besef wel. Het is ook eigenlijk niet te beseffen.
De geromantiseerde films over de oorlog kijken we als entertainment en de echte beelden tegenwoordig zelfs in kleur. Je hoort of leest de bizarre en surrealistische verhalen van een oorlog die we in onze huidige wereld niet meer kunnen plaatsen. We vragen ons af of wij een verzetsheld in ons hebben, maar kunnen deze vraag in onze dagelijkse omstandigheden nooit beantwoorden zonder af te doen aan de moed die een voorgaande generatie heeft getoond.
Maar hoe kan je dan wel het belang van vrijheid doorgeven aan de jeugd? Misschien moeten we beginnen met 5 mei ieder jaar de agenda leeg te vegen van verplichtingen en de dag te vieren als een kop goal van Wesley Sneijder. Als ik namelijk één keer in de 5 jaar de verjaardag van mijn vriendin zou vieren, gok ik dat ze zich ook niet erg gewaardeerd zou voelen. Niet dat iedereen dan meer besef zou hebben van wat onze voorouders hebben meegemaakt, maar een nationale vrije dag instellen zou een goed signaal zijn dat vrijheid het waard is om te vieren.
Het gat tussen die belevingswereld van toen en nu is echter een stuk kleiner geworden. Zoals onze burgervader al sprak tijdens de dodenherdenking op het Sumatraplein “onze vanzelfsprekende vrijheid bestaat al ruim een jaar niet meer”. We zitten in de grootste wereldwijde crisis sinds de Tweede Wereldoorlog en dit moeten we bekopen met vrijheid beperkende maatregelen. Ik snap uiteraard dat de avondklok trotseren op straffe van 90 euro iets anders is dan je leven riskeren, maar voor mensen zonder hond zal het toch een bevrijding zijn geweest om na 10 uur weer naar buiten te mogen.
Zelf geloof ik in de kracht van het verhaal om deze belangrijke boodschap door te geven. Zo ook Fokko van der Straaten, Robert Kraak en Marjolein Vos, die voor RTV Dordrecht een rapportage maakten over de Tweede Wereldoorlog. Ze schetsen een beeld van de invloed die de Duitse bezetting op het dagelijks leven van negen Dordtenaren had. Een aantal van de Dordtenaren had in eerste instantie tegen gesputterd omdat ze naar eigen zeggen “niets speciaals hadden meegemaakt”. Ze deden gelukkig toch mee en vertelden hun verhaal. Ze vertelden over de ‘gewone’ dingen op een alledaagse dag in de oorlog. Indrukwekkende verhalen die, in een periode dat iedereen terug wil naar het nieuwe normaal, het normaal weer bijzonder maken.