De 120 meter lange beweegbare brug, die de nieuwe wijk Stadswerven met de historische binnenstad moet verbinden stond al een tijdje op de planning. Toen vrienden van mij in juni 2018 op de Stadswerven gingen wonen had de brug er eigenlijk al moeten liggen. Met achteraf naïef optimisme bespraken we de brug en het feit dat we binnen afzienbare tijd nog dichter bij elkaar zouden wonen.
Naarmate de tijd verstreek groeide mijn teleurstelling. Mijn interesse nam af en ik ben zelfs een keer mijn wekelijkse bezoek vergeten. Het zal een belediging zijn voor de bouwers maar ik zag geen enkele vordering. Dat er ergens in een hal in Middelburg wel progressie gemaakt werd, was een schrale troost. De doorlooptijd van 2015-2018 is zoals bekend niet gehaald; gesteggel over een slordige 3,5 miljoen meerkosten, een kort geding over de toewijzing aan Dura Vermeer en nog wat bureaucratische rompslomp leverde een vertraging op waar zelfs de NS zich voor zou schamen.
Ik was ooit enthousiast geworden over een brug, dit enthousiasme veranderde in ongeduld, irritatie en daarna in berusting. Mijn vrienden zijn inmiddels verhuist en zullen geen profijt meer hebben van de brug die na de zomer van 2021 in gebruik genomen wordt.
Na wederom een onbevredigd bezoek aan de brug liep ik over de Riedijkshaven terug naar huis toen mijn aandacht werd getrokken. In het water was een gevecht ontstaan tussen twee meerkoeten. De reden was voor mij onbekend maar dat weerhield mij er niet van dit spektakel aandachtig te volgen.
Vechten in het water is lastig, dat weet elke waterpolo’er. Meerkoeten hebben hier een speciale techniek voor. Ze planten hun voeten op de borst van hun tegenstander zodat ze achterover in het water hangen. Als ze grip hebben op hun rivaal, gooien ze hun kenmerkende witte kop naar voren om hun vijand te raken. De onderliggende partij probeert met zijn vleugels zijn rivaal te desoriënteren en zo uit zijn benarde situatie te ontkomen.
Als de winnaar van het gevecht is bepaald, ontstaat er een nieuwe situatie. Een verliezende meerkoet kan niet ongestoord afdruipen om zijn wonden te pikken. Hij moet duiken. Ruim 10 seconden blijft de meerkoet onder water om 5 meter verderop weer boven te komen. Één keer duiken is niet genoeg. De woede van het alfamannetje is nog niet geluwd en als zijn opponent weer boven komt, schiet hij er met korte slagen naar toe. Zijn tegenstander kan niets anders dan een nieuwe duik nemen. Dit herhaalt zich een aantal keer tot zijn belager het wel welletjes vindt.
Terwijl ze definitief uit het zicht verdwijnen verbaas ik mij dat ik zojuist 15 minuten geduldig naar dit natuurfenomeen heb staan kijken. Als ik aanstalten maak om mijn weg te vervolgen kijk ik nog een keer om naar de plek waar de brug met de imposante ballastmast en ambitieuze vormgeving moet komen te staan. Het besef daalt in dat alle mooie dingen, geduld vereisen.