De Zeehavenbuurt is een klassieke 'fanzone' als Nederland op een groot toernooi voetbalt. De huizen kleuren oranje, de bewoners hebben een tentje met bar voor hun woning staan en overal wapperen vlaggetjes. Die worden deze maandag losgeknipt. "Ik had geen zin om ze nog langer te laten hangen", zegt Hans Gerritsen als hij gewapend met een schaar de ladder op klimt.
Teleurstelling in Dubbeldam
Aan de andere kant van de stad, in Dubbeldam, is de teleurstelling minstens zo goed voelbaar. De woning van Mervin Acoca is ongetwijfeld de afgelopen twee weken het meest gefografeerde woonhuis van Dordrecht. In zijn voortuin staat een reusachtige opblaasbare replica van de trofee die de Europees kampioen over twee weken zal ontvangen. Dat trok veel bekijks.
"Hij staat nog wel, maar dat is meer uit praktische overweging. De beker moet droog worden ingepakt. Over drie jaar gaat-ie weer omhoog bij het volgende EK. Maar voor nu is er geen reden meer om hem nog te laten staan."
Acoca en zijn familieleden en vrienden vallen in de categorie zéér trouwe fans. Ze reizen het Nederlands elftal al sinds het WK van 2010 overal achterna. Ze hadden al kaartjes voor de beoogde kwartfinale tegen de Denen in het verre Bakoe in Azerbeidzjan, maar dat zal er nu niet van komen.
De Zeehavenbuurt heeft meegeleefd, vertelt bewoner Hans Gerritsen. Hij knipt de vlaggetjes ondertussen los. "Het valt tegen, het is te snel klaar. Dan zijn we nu maar voor België"
Vizier vooruit
In Dubbeldam gaat het vizier alvast vooruit. Onderweg terug naar Dordrecht hebben Mervin en zijn reisgenoten het schema van oranje erbij gepakt. "De volgende reis is naar Montenegro en daar zijn we gewoon weer bij. We zijn supporters en dat blijven we. En bij het volgende toernooi is alles hier weer oranje."