Voor de 'Minima Effectenrapportage' (MER) is van drie zaken uitgegaan, waardoor een groep mensen voor wie hulp het hardst nodig is mogelijk niet is meegenomen in het onderzoek. Zo moeten mensen 'zeer goed met geld kunnen omgaan, alle inkomensondersteuning aanvragen waar men recht op heeft en niet of zeer beperkt te maken hebben met persoonlijk onvermijdbare uitgaven', valt te lezen in het onderzoek.
Desondanks is de gemeente positief over de resultaten. Ze zijn van mening dat het extra budget dat ze hebben vrijgemaakt zijn vruchten afwerpt. Wethouder Peter Heijkoop zei onlangs: “We hebben de afgelopen tijd gewerkt aan een ruimhartig en solide beleid waardoor we structureel verbeteringen zien. Uit de resultaten blijkt dat ons armoedebeleid positief uitpakt. Maar we zijn er nog niet. Veel mensen blijven financieel kwetsbaar. Bovendien is het nieuwe kabinet minder ambitieus in het terugdringen van armoede, dus de lokale inzet blijft voor veel Dordtenaren heel belangrijk.”
Vooral de Dordtpas en het Persoonlijk Minima Budget (PMB) zijn voor de Dordtse minima een fijne regeling, zo blijkt. De landelijke uitkeringsregelingen zijn namelijk niet voldoende blijkt uit het onderzoek. Daarmee houden uitkeringsgerechtigden slechts 8 tot 44 euro per maand over als alle kosten eraf zijn gehaald. Met deze specifiek Dordtse regelingen houden zij meer geld per maand over.
Bestrijding
Iets anders waar de gemeente in investeert is armoedebestrijding. Ook preventie is hier onderdeel van. Zo wordt vanuit de gemeente hulp geboden aan mensen die schulden hebben en andere geldzaken. Niet alleen voor uitkeringsgerechtigden, maar ook voor mensen met 'gewoon' een laag inkomen.
Zo is er onder meer het initiatief 'Geldpraatje'. Hier kunnen mensen met geldzorgen gebruik van maken. Ze kunnen terecht bij bedrijven die het label dragen, en praten over hun geldzorgen. Heijkoop: “Belangrijk is dat inwoners alle regelingen gebruiken waarop ze recht hebben."
Volgens de wethouder geldt dat ook voor mensen die niet in bijstand zitten, maar wel een laag inkomen hebben. "Dat kan maandelijks een groot verschil maken", aldus Heijkoop. "Deze regelingen vormen een complex systeem. Bij het uitzoeken waar ze recht op hebben, kunnen zij op allerlei plekken in de stad hulp krijgen. Een (geld)praatje maken is de eerste stap op weg naar deze hulp."