Weinig jonge praktijkhouders
Jonge huisartsen die praktijkhouder willen worden, zijn volgens de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) schaars. En dat terwijl ze juist in deze streek, waar een meer dan gemiddeld aantal huisartsen de komende jaren met pensioen gaat en opvolging nodig heeft, zo hard nodig zijn.
Eva en Timo zitten beiden nog op de huisartsenopleiding. “Timo is in oktober klaar, ik volgend jaar augustus”, vertelt Eva. “Maar ik ben de enige van mijn groep die dit nu al zo voor ogen heeft. De meeste mensen willen na de opleiding eerst een paar jaar waarnemend huisarts zijn en dan misschien kijken of ze praktijkhouder willen worden. Dat was in eerste instantie ook mijn plan, want je wordt toch een beetje bang gemaakt met wat er allemaal bij het praktijkhouderschap komt kijken”, vervolgt ze. “Maar als ik het niet doe, wie dan wel? Als iedereen alleen maar waarnemer wordt, sterft ons vak uit.”
“Het is ook best een risico als je in de meest tumulteuze fase van je leven zit, want de meeste mensen die net van de opleiding komen hebben net een gezin of zijn daarmee bezig", vertelt Timo. “Het opzetten van een praktijk kost veel extra tijd en de kosten zijn ook best fors. Je moet al die verplichtingen maar aan willen gaan. De meesten willen eerst even in ‘andermans keuken’ kijken. Dat is ook een meerwaarde, maar aan de andere kant hebben wij een visie over hoe we huisarts willen zijn. We zullen ongetwijfeld tegen dingen aan gaan lopen die beter kunnen, maar daarom is het ook belangrijk om in contact te blijven met andere huisartsen.”
“Net als Pippi Langkous zegt: we hebben het nog nooit gedaan, maar denken wel dat we het kunnen. Misschien een beetje een naïeve insteek van ons, maar we gaan het gewoon doen. We krijgen ook overal hulp aangeboden", zegt Timo.
Eva probeert ook binnen haar opleiding te lobby’en voor het praktijkhouderschap. “Het is niet onmogelijk. En het is ook leuk, want je bent je eigen werkgever en kunt het dus zelf vormgeven. Dat vinden wij een pluspunt, al heeft het allemaal wel veel voeten in de aarde. Je moet je als praktijkhouder ook bezig houden met bijvoorbeeld personeelszaken. Als waarnemer ben je afhankelijk van degene die jouw de opdracht geeft.”
Financieel
Maar hoe regelen twee dertigers dit financieel? “Zorgverzekeraar VGZ heeft hier potjes voor, als een soort startkapitaal. Een aanvraag daarvoor moeten we nog indienen, maar we staan nu echt nog aan de start. Verder moeten we het met zelf ingelegd geld doen of een lening afsluiten. Op het begin heb je nog niet veel mensen in je praktijk, dus heb je ook nagenoeg geen inkomen. Maar je moet wel alles kunnen betalen", zegt Eva.
Vanuit DrechtDokters en accountantskantoren kunnen Eva en Timo veel hulp krijgen. Nu Timo bijna klaar is met zijn opleiding, is hij van plan om in de betreffende gemeente te waarnemen tot hun eigen praktijk zover is. “Zo leer je de huisartsengroep en het soort patienten al een beetje kennen. Anders ga ik eerst elders waarnemen of diensten op de huisartsenpost draaien, zodat ik toch al een extra buffer opbouw om straks minder te hoeven lenen.”
In de tussentijd volgt het tweetal de jonge huisartsen die in Hendrik-Ido-Ambacht in september aan hun nieuwe avontuur beginnen, op de voet. “We hebben in april met zijn allen een cursus gedaan om een praktijk te starten", zegt Timo. “Ze hebben al aangegeven dat we hen altijd kunnen benaderen met vragen. Wat dat betreft is het voor ons misschien wat makkelijker: zij zijn nu in de opstartfase en worstelen misschien met bepaalde afspecten. Wij kunnen daar straks van leren en worstelen dan hopelijk minder.”