"Is al die herbouw wel noodzakelijk?", vraagt Marc Merx, fractievoorzitter van de VVD. "Veel gymzalen hebben een bezetting van minder dan 50 procent. De gemeente gaat bij een aantal hallen voor leegstand bouwen, is dat wel verstandig?"
Volgens onderwijswethouder Peter Heijkoop kloppen die cijfers niet. De gegeven procenten gaan puur om het gebruik door basisscholen. "Gymzalen worden nog door tal van andere doeleinden gebruikt. Denk aan fysio, denk aan particulieren die een potje willen zaalvoetballen, denk aan de kinderopvang, denk aan zorginstellingen, denk aan sportverenigingen. Die zalen worden voor veel meer gebruikt dan onderwijs alleen, dat scheelt tientallen procenten."
Heijkoop erkent dat dit duidelijker in de stukken omschreven had kunnen zijn. Dat de vervanging van de sportlocaties zo duur is, komt deels doordat de norm is dat elke basisschool op een kilometer loopafstand een gymzaal moet hebben.
"Bij die 1000 meter wordt over lopen gesproken", stelt Merx. "Wat nou als die kinderen een keer met de fiets gaan. Dan ben je veel sneller en kan je een veel grotere afstand overbruggen. Denk eens creatief, staar je niet blind op die 1000 meter."
Heijkoop wil die norm alleen niet loslaten. "Als je daar aan gaat tornen, dan ben je meer aan de wandel dan dat je daadwerkelijk aan het gymen bent. Dat is de overweging waarom we aan de kilometer willen vasthouden."
Wel zegt de wethouder toe om te kijken of de vervanging goedkoper gerealiseerd kan worden. Tijdens de bespreking van de kadernota door de gemeenteraad in juli wordt bekend hoe et geld voor de vervanging van de gymzalen wordt gerealiseerd. &t=35s