Het Insula College zamelt in voor Oekraïne: ‘Trots dat de school dit doet’

Leerlingen namen donderdagochtend allerlei producten mee naar school. “Wij vonden dat wij als school ook een bijdrage moesten leveren en waren opzoek naar een manier om producten in Oekraïne te krijgen”, vertelt Tineke. Via een docent kwam de school in contact met Hannah en Niels IJzerman. Zij rijden regelmatig met een vrachtwagen naar de Oekraïense grens en komen maandag de door leerlingen verzamelde spullen ophalen.

Om de veiligheid van de chauffeur te waarborgen, zal de vrachtwagen - letterlijk - op de grens tussen Polen en Oekraïne kont aan kont met een andere vrachtwagen te staan. Zo kunnen de spullen makkelijk overgeladen worden en blijven beide vrachtwagens binnen hun eigen grenzen. “Het is veel te gevaarlijk om Oekraïne zelf in te gaan.”

De tweede vrachtwagen zal de producten naar een school langs de grens brengen. De school is omgebouwd tot noodopvang en de mensen die hier verblijven kunnen de levensmiddelen goed gebruiken. Een deel van de producten gaat naar ziekenhuizen in bijvoorbeeld Kiev. Dat zijn spullen als verband, pleisters, medicijnen enz. Een ander deel wordt uitgedeeld langs de grens. “Om Oekraïne te verlaten is een hoop papierwerk nodig. Mensen zitten daar soms dagen te wachten. Zij kunnen deze ingezamelde spullen dus goed gebruiken”, legt de adjunct-directeur uit.

De school vindt het belangrijk dat de leerlingen zich bewust zijn van het feit dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. En dat lukt volgens leerlingen Lavinia en Jaidy: "Wij willen er alles aam doen om te helpen. Het is fijn dat we daar nu een steentje aan bij kunnen dragen.” In het nieuws zien ze wat er in Oekraïne gebeurt en schrikken van de beelden. “Ik vind het erg zielig voor de mensen daar en vind het dus heel goed dat de school dit doet”, vertelt Jaidy.

Bang voor een oorlog in Nederland zijn Lavinia en Jaidy nog niet: “Je houdt wel in je achterhoofd dat het in Nederland kan gebeuren, maar op dit moment is het nog zó ver weg.” Soms lijkt het volgens De Heer inderdaad een ver-van-mijn-bed-show, maar toch merkt ze dat leerlingen de situatie bespreken. “De een natuurlijk wat meer dan de ander, maar ze zijn er zeker mee bezig”, vertelt de adjunct-directeur.

De meiden maken zich alleen zorgen over het feit dat Nederland zich met de oorlog bemoeit: “Je bent toch bang dat ze daardoor ook hier heen komen, maar als dat gebeurt merken we het vanzelf”, concluderen ze.