"Nu, 75 jaar na onze bevrijding, zit de oorlog nog steeds in ons. Het minste wat we kunnen doen is niet wegkijken. Niet goedpraten. Niet uitwissen. Niet apart zetten. Niet 'normaal' maken wat niet normaal is. En: onze vrije, democratische rechtsstaat koesteren en verdedigen. Want alleen die biedt bescherming tegen willekeur en waanzin."
De koning stipte ook de rol van zijn eigen familie in de oorlog aan. Koningin Wilhelmina bracht het grootste deel van de Tweede Wereldoorlog door in Londen: "Medemensen voelden zich in de steek gelaten. Onvoldoende gehoord. Ook vanuit Londen, door mijn overgrootmoeder, toch standvastig en fel in haar verzet. Het is iets dat me niet loslaat."
'Als hij het kon, kunnen wij het ook'
In zijn speech haalde de koning verder de in 2016 overleden Jules Schelvis aan, die liefst zeven concentratiekampen overleefde. De koning vertelde hoe hij zes jaar geleden in de Westerkerk in Amsterdam onder de indruk was geraakt van Schelvis' aangrijpende verhaal over zijn deportatie naar Sobibor in 1943. Toch hield Schelvis vertrouwen in de mensheid, zei de koning. "En als hij het kon, kunnen wij het ook."
Het was voor het eerst dat het staatshoofd sprak bij de Nationale Dodenherdenking, waarbij de Nederlandse slachtoffers worden herdacht die sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen bij oorlogen en vredesmissies. Het is dit jaar 75 geleden dat de Tweede Wereldoorlog in Nederland eindigde met de capitulatie van Duitsland.