De tocht was een initiatief van Ton Delamarre en Sybe de Lint. Zij wilden de dood van de Russische oppositieleider Navalny niet zomaar voorbij laten gaan. Daarom organiseerden zijn deze lichtjestocht, precies 40 dagen na zijn overlijden.
De deelnemers hebben allemaal zo hun eigen reden om mee te lopen, maar het gevoel van onmacht leeft bij velen. “We streven naar vrede en vrije meningsuiting”, vertelt een vrouw, met in haar hand een zaklamp. “Iemand die een groot deel van het volk vertegenwoordigt en op deze manier behandeld wordt, dat is verschrikkelijk”, zegt ze, verwijzend naar de manier waarop Navalny om het leven kwam.
Een andere deelneemster noemt het indrukkend om mee te lopen. “Het is ook mooi dat de mensen aan de kant, die misschien niet weten wat het is, toch heel even stil blijven staan of even knikken. Heel bijzonder.”
De tocht eindigde bij het Stadhuis waar slechts een deel van de deelnemers naar binnen kan. Het is zo druk, dat een tientallen van hen de toespraken buiten op een scherm moeten volgen. Waaronder die van burgemeester Kolff. Hij droeg een gedicht voor van de Britse dichter William Ernest Henley (1849-1903), getiteld Invictus. Het gaat over innerlijke kracht, juist in moeilijke situaties. Het was het lievelingsgedicht van Nelson Mandela.
Kolff ziet duidelijk overeenkomsten tussen de positie van Mandela en Navalny: beide strijders voor vrijheid en democratie, beide opgesloten. Alleen de afloop van hun verhalen is anders. “Strijders voor de vrijheid worden monddood gemaakt. Of erger”, meent Kolff. “Maar hun nalatenschap wordt vaak verder gebracht door de mensen die dichtbij of om hen heen stonden. Of geloofden in datgene waar zij in geloofden. Zij die hun stem durfden te verheffen, om aan de kaak te stellen dat er dingen gebeuren die echt niet door de beugel kunnen. En aan al die heldhaftige mensen denk ik vandaag.”