“De Duitsers lagen voor de Moerdijkbrug”, vertelt de voorzitter van Stichting Herdenking Bombardement Moerdijkbrug 13 mei 1940 Daan Kaasjager. Zij wilde troepen over de brug sturen om uiteindelijk in Rotterdam en Den Haag te komen. De Nederlandse legerleiding wist dit en wilde de Moerdijkbrug verwoesten.” Het was in de basis een vrij eenvoudig plan; met bommenwerpers richting de brug en bombarderen. Het probleem was alleen dat het Nederlandse leger nog maar een bommenwerper had. “De geselecteerde bemanning is onderweg gegaan terwijl ze wisten dat zij het niet zouden overleven. Ze hebben eigenlijk een zelfmoordmissie uitgevoerd. Dat bleek ook op de terugweg, toen de toestellen bij Ridderkerk en Nieuw-Lekkerland zijn neergeschoten.
Het was dus de bedoeling van de Duitsers om uiteindelijk in Den Haag te komen. “Dan ben je in het regeringscentrum van het land. Dus als we de Duitsers onder de Maas konden houden, zou dat een groot voordeel betekenen.”
‘Door te geven aan de jeugd’
Vrijdagmiddag werd er weer stilgestaan bij deze verdedigingsactie. “We herdenken met meerdere motieven. We willen hun zelf herdenken en het verhaal doorgeven aan de nieuwe generatie.” Mede daarom waren er een aantal leerlingen van de Julianaschool aanwezig.
Majoor-vlieger Roël Boezen was, namens de Koninklijke Luchtmacht, aanwezig bij de herdenking. “Wie de geschiedenis niet kent, zal de toekomst nooit begrijpen. Voor de Luchtmacht is dit wel een van de belangrijkste gebeurtenissen van die eerste periode in bezet Nederland. Daarom is het ook belangrijk om hier bij aanwezig te zijn en door te geven aan de jeugd wat daar toen gebeurd is.”
Mede door zijn werk, weet Majoor-vlieger Boezen heel goed hoe het tijdens de vlucht in 1940 aan boord geweest moet zijn. “Ik kan mij heel goed voorstellen wat zij moeten hebben ervaren en beleefd, op het moment dat het spannend begint te worden.”
Ook tijdens deze herdenking werden de gebeurtenissen in Oekraïne aangehaald. Kaasjager: “Herdenkingen zoals deze blijven er actueel door. We moeten ons realiseren dat het nota bene in Europa kan gebeuren. Wij dachten dat Nederland in 1940 een veilige vesting was, en dat denken we in Europa nu ook.”