Cocky Smith-van Prooijen, toen nog van Prooijen, is nog geen tien jaar oud als ze tijdens het buitenspelen in het Wantij belandt. Zelf meent ze zich te herinneren dat haar jongere broertje gevaarlijk dicht bij de waterkant stond. In een krantenbericht van de Dordtenaar uit 1961 wordt gesproken over een "meisje dat aan het spelen was geweest, en toen een visje had willen vangen en uitgleed".
Jeugdtrauma
Hoe het ook gebeurd is, Cocky raakt te water. Wat volgt is voor haar een jeugdtrauma: "Ik had geen zwemdiploma. Natuurlijk had ik wel eens zwemles gehad, maar dat schoot er gewoon bij in. Ook had ik last van bronchitis en met de kleding die ik aan had zonk ik als een baksteen." De vijf jaar oudere Ton Scholten is in de buurt en hoort dat er om hulp geroepen wordt. Hij twijfelt geen seconde, springt het water in en brengt Cocky in veiligheid.
Zowel Ton als Cocky woonden toen op de Staart, waar het verhaal als een lopend vuurtje rondgaat. Cocky was als dochter van de lokale kruidenier welbekend, maar als ze na de reddingsactie veilig thuisgebracht wordt ziet haar vader de ernst van de situatie niet in. Dat het wel levensbedreigend was weet Ton echter nog goed: "Je staat daar, het was behoorlijk koud. Iemand anders was al bezig het meisje te helpen, maar hij verdween óók met zijn hoofd onder water." Door toedoen van Ton komt iedereen uiteindelijk veilig aan wal, maar zonder het ingrijpen was het hoogstwaarschijnlijk anders afgelopen.
Pluimpje
Als bekend wordt wat er zich die dinsdagmiddag in mei bij de Prins Hendrikbrug heeft afgespeeld, worden Cocky en Ton opgeroepen om langs te komen bij toenmalig burgemeester Van der Dussen. Ton wordt onderscheiden met een "pluimpje" en een mooie pen. Cocky is na de redding op zwemles gegaan en behaalde vrij snel een zwemdiploma, maar is nog altijd op haar hoede in de buurt van water.