“Hoewel wij voor de samenwerking zijn, kunnen wij ons niet vinden in en verbinden aan de keuzes die nu in het Dordtse fusieproces zijn gemaakt”, stellen De Jonge en Van Benschop in een gezamenlijke verklaring. Wat ze daarmee bedoelen, willen ze niet toelichten. Het is de tweede keer in korte tijd dat er rond de partij reuring ontstaat.
Begin november blijkt namelijk een van de langst zittende GroenLinks-raadsleden en voormalig lijsttrekker Kitty Kruger, niet opgenomen te zijn in de concept kieslijst van de partij. Over de reden van het congé is de Dordtse partijtop dan naar de leden toe helder. Ze stelt “bedenkingen” te hebben “bij de mate waarin Kitty (Kruger red.) een positieve inbreng zou kunnen hebben in de nieuwe fractie”.
Kruger is volgens de kandidatencommissie “zeer gedreven en dat maakt dat de samenwerking met andere fractieleden afgelopen jaren regelmatig onder druk heeft gestaan”. De samenstellers van de lijst constateren “dat er verschillende perspectieven zijn op wat binnen een fractie al dan niet bijdraagt aan een goed resultaat”.
Tóch in de raad
Uiteindelijk is Kruger door de leden een week geleden teruggeplaatst op de definitieve kieslijst van GroenLinks-PvdA in Dordrecht. Daarbij heeft Tanja de Jonge haar plek (nummer 34 en laatste op de kieslijst) afgestaan aan Kruger. Dat maakt het komende maart mogelijk dat Kruger, net als bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen, via voorkeurstemmen tóch in de raad zal mogen plaatsnemen. Ze zou dan een vierde raadsperiode ingaan.
Wat duidelijk is, is dat fusiepartij GroenLinks-PvdA wil inzetten op vernieuwing: op de lijst staan onder meer Ruben Schilt, die in 2023 nog opstapte als commissielid voor de PvdA na het lekken van vertrouwelijke informatie rond Chemours, en nieuwkomer Floor van Dorresteijn vanuit de GroenLinks-hoek. Opvallend is dat beiden door de partijtop worden geroemd om hun ‘gedrevenheid’, ‘samenwerkingsgerichte houding’ en het ‘vermogen om mensen te mobiliseren’.
Moeizame samenwerking
Wat de gedrevenheid van Kitty Kruger anders maakt dan die van de nieuwe garde? "De kandidatencommissie heeft gesprekken gevoerd met alle kandidaten en uit deze gesprekken is naar voren gekomen dat de samenwerking met Kitty moeizaam verloopt", vertelt Abdullah Uysal, fractievoorzitter van GoenLinks en straks lijsttrekker tijdens de verkiezingen voor de fusiepartij." Kruger laat op haar beurt weten: "Mij is nooit verteld hoe de samenwerking onder druk heeft gestaan en ik heb ook voortdurend aangegeven dat ik me hierin niet herken. En gelukkig meer mensen met mij niet."
Heeft deze situatie ook meegespeeld bij het besluit van de wethouders om afscheid te nemen? "Die passage van de kandidatencommissie over Kitty heeft veel losgemaakt, ongetwijfeld ook bij de twee vertrekkende wethouders. Maar ik durf niet te zeggen dat het dé reden is dat ze dit besluit hebben genomen", zegt Uysal.
Wat dan wel de reden zou zijn? Uysal zegt het niet te weten en dus is hij verrast want: “Ze hebben aangegeven om de volgende periode ook beschikbaar te zijn als wethouder”, zegt Uysal. “We hebben ook samen met de leden de wethoudersprocedure vastgelegd. Daar hebben zij (De Jonge en Van Benschop red.) ook inspraak op kunnen hebben en mee kunnen kijken. Dus wellicht zou het daar te maken mee kunnen hebben. Maar dat weet ik niet.”
Zelf houden De Jonge en Van Benschop zich hierover op de vlakte, maar de situatie rond de fusiepartij heeft beide zittende GroenLinks-wethouders toch “met pijn in ons hart” doen besluiten “niet beschikbaar te zijn voor een volgende termijn”. Chris van Benschop had eerder zelf al aangegeven niet op de kieslijst te willen staan, maar wel oren te hebben naar het wethouderschap als dat ervan zou komen. Tanja de Jonge heeft haar plek op de lijst dus afgestaan aan Kruger. Eerder had De Jonge landelijke ambities getoond door voor GroenLinks-PvdA mee te doen aan de Tweede Kamerverkiezingen.
Nog even door
Beiden besluiten hun gezamenlijke verklaring door terug te blikken op de afgelopen vier jaar, waarin ze binnen het college zich hebben “ingezet voor een groene, rechtvaardige en sociale Dordtse samenleving.” En dat ze, tot er een nieuw stadsbestuur is, “vol overtuiging doorwerken aan de ambities van de stad zoals we deze aan het begin van de bestuursperiode afspraken.”