“Jongeren in de huidige maatschappij worden veel tegen elkaar opgezet”, vertelt regisseur Ellen Honings over de voorstelling ‘City of Joy’. Zij wilde jongeren juist laten samenwerken. “Dat was het doel van het project en op hun samenwerking heb ik de voorstelling gebaseerd", legt Honings uit. De jonge acteurs komen uit Syrië, Oekraïne, Turkije en Nederland.
Van maatschappelijk project naar een theaterstuk dus. Daar gingen maanden overheen. De acht tieners werkten daarin samen om een mini maatschappij op te zetten. Ze bedachten een grondwet, kozen een ministerschap en namen de anderen mee in hun kennis en achtergrond.
Er volgden vervolgens workshops in dansen, muziek, sport of koken. Soms gegeven door de tieners zelf, soms door professionals. Dit werkproces is door Honings vastgelegd en wordt in de voorstelling nagespeeld.
Theater in de buitenlucht
De voorstelling zal worden opgevoerd in de voetbalkooi aan het Weeshuisplein, een locatie die perfect past bij het stuk. Het is namelijk gebaseerd op een ooit bestaand weeshuis ‘Gaudiopolis’, dat ‘stad van geluk’ betekent in het Hongaars.
“Na de Tweede Wereldoorlog leefden daar (in Boedapest red.) allemaal kinderen samen met hele andere afkomsten, soms andere talen”, legt Honings uit. “Om hen samen te laten werken lieten de begeleiders hun zelf een ‘grondwet’ en ‘democratie’ bedenken voor in het weeshuis.” In het project ‘City of Joy’ wilde Honings dit nabootsen. Het maakproces van de voorstelling was voor haar dan ook even belangrijk als het eindresultaat.
'Je begrijpt elkaar ook als je niet praat'
En dat ervaren de deelnemers ook. “Hier kun je mensen een boodschap meegeven. Je kunt samen zijn, hoe je er ook uitziet of waar je ook vandaan komt”, vertelt acteur Quasay. Hij is een vluchteling uit Syrië die een lange weg moest doorstaan voordat hij in Dordrecht aankwam. “Ik ben zo blij dat ik hier ben. Zoveel vrienden, zoveel begrip.”
Soms is Engels nog lastig voor Quasay, maar hij vertelt dat ook dit niet vervelend is in de groep. “We spreken andere talen, maar je begrijpt elkaar, ook als je niet praat.”
Taal als brug
“Het wisselen in talen maakte het proces nog wel eens ingewikkeld”, geeft regisseur Honings toe. Maar voor de tieners werd dit gaandeweg steeds minder een probleem. “Voor mij hielp het juist ontzettend met het leren van Nederlands, want iedereen wilde helpen”, vertelt de Turkse Nisa.
Maksym, een vluchteling uit Oekraïne, heeft dit theaterstuk als een buitenkans ervaren. “Ik wil graag acteur worden later en dit is een goede eerste stap”, vertelt hij. “En ik wil dit verhaal ook met veel mensen delen: Oekraïens, Syrisch, Nederlands. We zijn allemaal hetzelfde, allemaal mensen”, besluit hij.
De Nederlandse Tule sluit zich hier bij aan: “Ik was geïnteresseerd om mee te doen omdat het zo’n bijzonder experiment was. Maar eigenlijk waren we al snel een gewone groep tieners, die gewone tienerdingen deden.”
Benieuwd naar het theaterstuk? Bekijk dan ook deze video op ons YouTube-kanaal.