Als anderhalf jaar geleden aan de agenten in basisteam Drechtsteden Buiten gevraagd wordt wie de taak van jeugdagent erbij wil doen, zijn Heaven en Thomas er als de kippen bij. “Waar komt het gedrag van jeugdigen vandaan? Daar wilde ik me wel in verdiepen”, zegt de 23-jarige Heaven.
Ook Thomas (26) hoefde niet lang na te denken. “Ik ben nog jong, dan maak je makkelijker contact met de jeugd. Dat merkte ik op straat al toen ik drie jaar geleden bij de politie aan het werk ging.” De twee jeugdagenten zijn allebei verantwoordelijk voor een eigen gebied: Heaven werkt in Alblasserdam en Hendrik-Ido-Ambacht, Thomas houdt de jeugd in Papendrecht en Sliedrecht in de gaten.
Wat zijn de uitdagingen in jouw gebied?
Heaven: “De Sophiapromenade (een winkelpromenade, red.) in Hendrik-Ido-Ambacht heeft veel last van jeugdgroepen die elkaar staan op te wachten. Bij sommigen ben ik ook al thuis geweest. Ik ken ze inmiddels en weet de namen en gezichten. Zij kennen mij ook. Het is dan een stuk laagdrempeliger om ze aan te spreken als je ze op straat tegenkomt.”
Thomas: “Ik zie in mijn gebied heel veel pesterijen, waarbij iemand bijvoorbeeld midden in een groep op z’n knieën moet gaan zitten. Maar ik kom ook jongeren tegen die steeds meer het verkeerde pad op gaan en in de zwaardere criminaliteit belanden: ze worden uithaler in de haven of zijn betrokken bij explosies.”
Heaven: “Je ziet ook dat sociale media steeds vaker een rol spelen. Wij zeiden laatst nog tegen elkaar: ‘Joh, in mijn tijd zag je dat minder.’ Online pesten zie je nu heel vaak.”
Thomas: “Jongeren worden ook via Snapchat geronseld voor van alles: dan kunnen ze ‘even’ 3 duizend euro verdienen als ze wat uit een container halen. Als je 12 jaar bent, is dat heel makkelijk geld verdienen. Sommige kinderen zijn best wel makkelijk te beïnvloeden. En als je eenmaal zo’n weg inslaat, is de weg terug heel moeilijk.”
Heaven: “Ouders hebben ook vaak niet door wat hun kind op een telefoon doet. Ze hebben geen idee wat Snapchat is.”
Hoe ga je het gesprek aan met de jeugd?
Thomas: “Ik probeer te kijken hoe ver ik kan gaan bij iemand. ‘Hoe komt dit nou, gast? Kan ik iets voor je doen?’, vraag ik als iemand in de problemen zit. Dat zijn lastige gesprekken, want ze worden vaak onder druk gezet. Dan probeer ik een weggetje te vinden waarin zij niet snitchen, maar dat ze mij wel wat geheime informatie doorspelen. Dat is soms een puzzeltocht.”
Heaven: “Ik ben een jaar lang bezig geweest met een jongen die mensen lastigviel op straat. Hij kwam uit een moeilijke gezinssituatie en maakte deel uit van een vriendengroep. Ik heb heel veel gesprekken met hem gehad. Zijn ouders vonden het lastig hoe ze met hem om moesten gaan. Met behulp van het Jeugd Preventie Team heeft hij uiteindelijk afstand gedaan van die vriendengroep.”
“Maar toen sloeg het om naar de andere kant, want die vriendengroep begon hem te bedreigen. Na heel veel gesprekken, aangiftes opnemen en de juiste hulp inschakelen is die vriendengroep gestopt met treiteren. Die jongen durft nu weer naar buiten en hij heeft zijn leven weer opgepakt.”
Thomas: “Ik vind het ook belangrijk om op het niveau van de jeugd te praten. Dan bereik je veel meer. Als ik iemand tegenkom geef ik gerust een boks en vraag ik: ‘Ben je niet meer aan het hangen, niet meer aan het kutten?’ Ik kan wel heel autoritair en met nette woorden gaan praten, maar dat heeft geen zin.”
Waar ligt de grens van vriendelijk zijn?
Thomas: “Als ik een band heb met iemand, dan wil ik iemand de eerste keer nog wel eens geen bekeuring geven. Maar ik waarschuw ook, want kom ik diegene weer tegen, dan deel ik wel een boete uit. Je kunt een goede band hebben met de jeugd, maar het is geen vrijbrief dat ze alles maar kunnen zeggen tegen je. We zijn geen vrienden van elkaar.”
“Ik had een jongen van 14 die begon met fietsendiefstal. Er kwamen steeds vaker meldingen over hem binnen. Ik ben in gesprek gegaan, maar het ging van kwaad tot erger. Hij begon anderen met een mes te bedreigen. Als iemand zo ontspoort, dan denk ik ook: vanaf nu ga ik straffen en bekeuren. Dan blijf ik er niet achteraan hobbelen, want ik krijg er niets voor terug.”
Heaven: “Soms is een jeugdige al zover voorbij de politie, dan heeft bemiddelen geen zin meer en ga je op het strafrecht zitten. Maar de jeugd heeft de toekomst, dus ik vind het wel belangrijk om er eerst tijd in te steken.”
Welke toekomst zie je voor de jeugd?
Heaven nadenkend: “Lastig. Als jeugdagent kun je echt investeren in iemand. Die verdieping vind ik mooi. Ik hoop dat de jeugd niet meer onder de luifels van de Sophiapromenade staat, maar in het park. Ik hoop dat groepen elkaar niet meer staan op te wachten, maar het is de vraag of je dat voor elkaar gaat krijgen.”
Thomas: “Ik denk dat de problemen heftiger worden. Helaas. We zien het met de drillrap: dat speelde eerst niet in onze dorpen, maar het is overgewaaid vanuit de stad. Ik kan wel vertellen dat ik het over vijf jaar allemaal onder controle heb, maar dat is niet zo. Wij gaan hier meer problemen uit de grote stad krijgen.”
Wanneer was je trots op je werk als jeugdagent?
Thomas: “Een keer kwamen geëmotioneerde ouders met hun dochter die gepest en gestalkt werd binnen op het bureau. Ik heb toen gesprekken gevoerd met de pesters. Het hield niet direct op, maar uiteindelijk kreeg ik een appje van dat meisje. Ze zei dat ze ondanks alle moeilijkheden haar examen gehaald had en dat het goed met haar ging. Ze stuurde ook een foto mee. Ik was toen echt trots op haar.”
Dit verhaal verscheen eerder bij onze mediapartner Rijnmond.