“Vandaag mochten we egel nummer 999 en 1000 inschrijven!”, luidt het bericht op de Facebook-pagina van de egelopvang. Twee paar kraaloogjes kijken in de camera. Ze liggen op een weegschaal en liggen er wat hulpeloos bij. Dit zijn geen volwassen dieren: dit zijn jonge egels.
“Op dit moment krijgen we veel meldingen van kleine egeltjes die overdag worden gezien”, vertelt beheerder Van Jaarsveld. “Dat is een lastige groep want een deel is ziek en heeft echt hulp nodig, maar een aantal is gewoon jong en nog druk bezig om genoeg te eten voor de winter.” Die kun je als zorgzame burger gewoon het beste laten lopen. “Alleen als het dier als een dronken egel zigzaggend over de stoep kruipt moet je hem bij ons brengen.”
Dat het duizendste exemplaar is binnengebracht is geen nieuw fenomeen voor de egelopvang beheerder. “Toen ik hier acht jaar geleden begon waren het er zo’n 4- tot 500 egels per jaar, nu krijgen we op jaarbasis 1500 diertjes binnen.” Alleen dit jaar valt die duizendste dus wat later.
LEES OOK: Egelopvang helpt recordaantal egels
“Dat zien alle opvangplekken in het land”, duidt Van Jaarsveld dat getal. Hoe dat komt? “We zien sowieso dat de egels een steeds slechtere conditie hebben. En we zijn als kenners het erover eens dat dat komt door een toename aan het aantal betegelde tuinen. We vermoeden dat we de duizend nu pas halen omdat de egels eerder overlijden en dus niet eens de kans krijgen op herstel”, is de bittere conclusie van Van Jaarsveld.
“Ik had laatst uitgerekend dat het aantal egels dat we nu op jaarbasis binnenkrijgen met 225 procent is gestegen. Dat is natuurlijk een enorme toename.” Wat kun je ertegen doen? “Als iedereen één vierkante meter betegelde tuin zou opofferen maken we al een groot verschil”, legt de beheerder uit. Want geen planten, betekent geen insecten en laat dat laatste diersoort nou net op het menu van de egel staan. “Dus ik zou zeggen: wip een tegel, red een egel!”