Vorig jaar voerde de gemeente het recycletarief in. De afvalstoffenheffing bestaat uit een (lager) vast tarief en een variabel deel dat wordt bepaald door hoe vaak inwoners restafval aanbieden. Wie minder restafval weggooit, betaalt dus ook minder.
Volgens Lafleur werpt dat systeem nu zijn vruchten af. “De hoeveelheid restafval is enorm verminderd. Vijf jaar geleden zaten we nog op 270 kilo restafval per inwoner per jaar, vorig jaar was dat nog maar 107 kilo. Veel meerpersoonshuishoudens die goed scheiden, gooien nog maar één grote zak restafval per maand weg. Een geweldige prestatie”, zegt hij.
Minder restafval betekent ook dat er minder verbrand hoeft te worden. Dat is niet alleen beter voor het milieu, maar ook goedkoper. Het verbranden van afval is duur en zal de komende jaren waarschijnlijk nog duurder worden. "Iedere kilo afval die niet verbrand hoeft te worden, scheelt dus in de kosten. Daarbij zijn gft-e, plastic, papier, glas en textiel waardevolle grondstoffen voor hergebruik", aldus de gemeente.
De eenmalige korting van 24 euro wordt automatisch verwerkt in het vaste tarief van de afvalstoffenheffing in 2026. Het bedrag staat niet apart op de rekening vermeld, maar is al in het totaal verrekend.