Op die bewuste dinsdag in april vorig jaar slaat de vlam in de pan in de woning. Reden van de ruzie: de sollicitaties van de man zouden zijn verpest door zijn voormalige partner, zo vertelt hij tegen de rechter.
'Aanslag plegen'
Op de zolder van de woning staan de man en zijn ex tegenover elkaar. In zijn woede gooit R. eerst een babybadje tegen haar aan. Daarna gaat hij een stapje verder: hij geeft haar een klap in het gezicht. Maar volgens de verdachte zelf is het niet meer geweest dan een ‘tikje’ op het achterhoofd. En de rode verkleuring die te zien is op de wangen van de vrouw op politiefoto’s heeft volgens R. een andere oorzaak: ze heeft een gevoelige huid die niet goed tegen veel make-up kan, zegt hij in de rechtbank. De vrouw en een vriendin, die getuige is op dat moment, verklaren dat het wél om een klap gaat.
Na de woedeuitbarsting trekt hij voor de woning een kabel uit een scooter, die daardoor schade oploopt. Er volgt een aangifte en beiden moeten op verhoor komen op het politiebureau. Daar gaat het weer mis. “Ik maak je dood”, roept R. naar zijn ex als ze elkaar passeren op het bureau. “Dat is niet handig van mij”, reageert hij in de rechtbank.
De bedreiging wordt nog serieuzer als R. een spraakbericht stuurt naar een vriendin van zijn ex met daarin de boodschap: “Ik ga op haar (ex-partner, red.) huis een kanker aanslag plegen. Ik ga een bom neerleggen en alles in de fik steken. Het maakt niet uit hoelang ik moet vastzitten, als het maar lukt”, dreigt hij.
Vijf strafbare feiten
De man, tegenwoordig woonachtig in Dordrecht, wordt dinsdag in de Rotterdamse rechtbank verdacht van vijf strafbare feiten door het Openbaar Ministerie (OM). Namelijk twee bedreigingen, huiselijk geweld en vernielingen van scooter en het babybadje.
“Wat de situatie erger maakt is dat ze in dezelfde woning verbleven", aldus de officier van justitie. "Daardoor kon ze zich niet meer veilig voelen in haar eigen huis.” Maar de officier ziet ook lichtpuntjes: “Volgens de reclassering gaat het goed met de verdachte. Hij woont tegenwoordig begeleid en volgens de begeleider en wijkagent gaat het steeds beter met hem. Ook heeft hij een baan als stratenmaker en is hij af van zijn cannabisverslaving”, zegt ze.
De officier betoogt dat alle feiten waar de man van wordt verdacht zijn bewezen. Ze eist een geldboete van 1000 euro en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken. Een taakstraf mag niet worden opgelegd volgens de wet, omdat de verdachte op korte termijn een taakstraf heeft afgerond. Ook staat er nog een andere taakstraf van 210 uur open.
Uitspraak
Volgens de advocaat van R. liggen alle feiten wat genuanceerder. “De officier zegt wel erg makkelijk dat alle feiten bewezen zijn, maar dat zie ik anders. Daarnaast worden zijn behandelingen en goede ontwikkelingen onderbroken. Ik denk dat een volledig voorwaardelijke taakstraf het beste is. En geen geldboete”, betoogt de raadsman.
“Ik wil meneer niet pesten door een geldboete te eisen”, reageert de officier vervolgens. “Maar een taakstraf is juridisch niet mogelijk. Daarnaast heeft hij nog een flinke werkstraf open staan. Een volledige voorwaardelijke straf vind ik te licht.”
De rechter doet meteen uitspraak. Allereerst zegt ze dat de verdachte schuldig is aan alle feiten. “Het zijn vijf nare, strafbare feiten. De dames hebben zich bedreigd gevoeld en de ex is geslagen. Daarnaast heeft verdachte een groot strafblad.”
Toch besluit ze R. een beetje te ‘matsen’. “Dat doe ik vooral omdat de reclasseringsrapporten goed zijn. Een gevangenisstraf is niet wenselijk en heeft grote gevolgen voor werk en behoud van woning. Dus dat ga ik niet doen. Ik vind wel dat u er iets van moet merken, dus een volledig voorwaardelijke straf vind ik te weinig."
Het eindoordeel is lichter dan de eis: een geldboete van 500 euro moet R. betalen aan zijn ex en hij krijgt een voorwaardelijke celstraf van één week.