Mijn vader is een man van de klok, ik wat minder. Hij zou vandaag mijn begeleider zijn, maar hij is gisteravond ziek geworden. Ik vertrek een kwartier later dan eigenlijk verstandig is uit Dordrecht. Bij Rozenburg rij ik in een file van tien minuten. Dat is nog net te overleven, maar bij Burgh-Haamstede gaat het echt mis. Het dorp is hermetisch vergrendeld en ik moet ver weg parkeren. Het is nu 11:47 uur en de start is om 12:00 uur stipt.
Met een zware rugzak vol weekendspullen begin ik richting de startlijn te rennen. "Doe je mee aan de marathon?", vraagt een vrijwilliger verbaasd. "Maar die gaat zo beginnen hoor. En de start is nog zeker twee kilometer!" Ik zet nog meer aan. Dan probeer ik even rustig na te denken en zie mezelf zo in gedachten al staan: misschien nét op tijd, maar met een hartslag van 180 en gutsend van het zweet. En dan moet ik nog beginnen aan de 42 kilometer en een beetje. Geen goed plan, dus: rustig aan en het onvermijdelijke accepteren.
Eigenlijk had ik hier helemaal niet moeten zijn. Ik train voor een marathon eind november, waar ik officieel een team vorm met m'n vader op de fiets. Daarvoor al een hele marathon lopen is geen goed idee. Zeker zo'n zware als de Zeeuwse Kustmarathon niet. Tenminste, ik heb gehoord dat-ie zwaar is. Het lijkt me daarom verstandig om er na 30km mee te stoppen. Een mooie training voor november.
Nare droom
Bij de sporthal lever ik mijn tas in. Het is al 12:07 uur. De tassen van de 1400 deelnemers worden net in de vrachtwagen richting Zoutelande geladen. "Ze zijn al weg hoor!" Ik verontschuldig me. Het zit even tegen allemaal vandaag. "Dat geeft toch niks. Gewoon lekker lopen. Kijk, daar is het paadje naar de start." Onderweg door Burgh loop ik het publiek tegemoet dat net de start heeft gezien.
"Ze zijn al weg hoor."
"Ze zijn al weg."
"Ze zijn net vertrokken."
"Daar is de start, rennen!"
Hierover heb ik vaak angstdromen. Dat ik te laat ben en iedereen al weg is.
Het is druk bij de start naast de kerk. Het is nu 12:16 uur. Ik worstel me door een peloton mountainbikers dat net is gefinished over dezelfde route, maar dan andersom. Ze kijken me met grote ogen aan. Ik sta er verloren bij tussen al die fietsen. De 'mat' voor de tijdswaarneming is al weggehaald. "Ga maar gewoon lopen", zegt de starter begripvol. Ook voor hem zijn excuses niet nodig. "Hier rechts, dan nog een keer rechts en dan kom je in het bos. En dan moet je gewoon richting het strand."
Mijn horloge piept. Ik loop nu - veel te hard, snelheid marathon sub 3 uur - door de hoofdstraat van Burgh-Haamstede. Het publiek staat er nog.
"Ze zijn net weg!"
"Ze zijn al vertrokken hoor!"
"Succes!"
Er wordt geklapt voor de rare solo-loper die ver achter de troepen aanloopt. De laatste lopert zeg maar, maar dan bij de start. De mensen lachen me niet uit, maar zijn eerder bezorgd en meelevend. De Zeeuwen zijn een vriendelijk volk. Dat weet ik uit eigen ervaring. Ik schaam me voor deze vertoning, maar mijn narcistische ik geniet ook van alle solo-aandacht die ik krijg. Ik ben even een attractie.
Loop ik wel goed?
Eigenlijk had ik hier dus niet moeten zijn. Maar Maaike, collega van mijn moeder, bood me heel aardig een startbewijs aan. Zelf was ze verhinderd. Ik bedankte, daarna bekeek ik de route en zag hoe iconisch die is: bos-strand-Deltawerken-duinen-vuurtoren-tank-doedelzakspeler-finish in Zouteland op een hoop zand. Een trainingsloop dus. Maar dan een heel luxe met publiek en drankjes om de 5km.
Na 800 meter twijfel ik al over de route. Ik stop en pak mijn telefoon voor de kaart. Mijn horloge druk ik uit automatisme op pauze. Idioot natuurlijk, alsof de tijd wordt stopgezet en iedereen stilstaat, omdat ik niet weet waar ik heen moet. Ik heb inderdaad een afslag gemist. Ik loop een stukje terug en ga richting het groen op de Kop van Schouwen.
De Boswachterij is prachtig. Een vrijwilliger ruimt er de linten op. "Ze zijn al vertrokken hoor! Links, rechts en dan met de bocht mee! Let maar op de oranje pijlen." Even later komt hij naast me fietsen op de mountainbike. Hij is aardig en wil me helpen, hij wil zeker weten dat ik goed ga. We kletsen wat terwijl ik over de glooiende betonnen platen loop.
"Elk jaar is er één iemand die veel te laat is. Vorig jaar was dat een militair, van top tot teen onder de tattoos." Volgend jaar gaat zijn verhaal dus over mij.