Een van de redenen van zijn interesse in de patiënten, is dat de hart-longmachine een proef is. Lifeliners 2 en 3 hebben er een aan boord, de twee andere traumahelikopters in Amsterdam en Groningen krijgen er binnenkort een. Nederland is dan het eerste land waarin alle traumahelikopters met zo’n apparaat aan boord vliegen.
Xavier is een van de trauma-artsen die collega's traint in het gebruik van de hart-longmachine, zodat ze in allerlei situaties kunnen opereren. Ze trainen in de vrieskou op een waaierig open veld, of in de kleine garderobe van de trauma-artsen zelf. Het is het nabootsen van de werkelijkheid, want soms moet een patiënt in een kleine slaapkamer worden geopereerd waar de artsen nauwelijks ruimte hebben om te bewegen. Vanuit de hele wereld komen medisch specialisten naar Rotterdam om over de ervaringen te horen. Hartstikke gaaf, vindt Moors.
Net als voor zijn werk zoveel vliegen in de helikopter, trouwens. “Ik heb een keer of zes tijdens oud en nieuw een dienst gedraaid. Dat is een bijzondere shift, hartstikke leuk om te doen. We hebben een ontzettend hecht en klein team. 12 artsen, 8 verpleegkundigen en 7 piloten. We maken met een beperkt aantal mensen bijzondere dingen mee. We weten alles van elkaar, kennen elkaars families en delen natuurlijk ervaringen op het werk. Alleen mijn collega's weten ook hoe het ergens rook, of het regende, hoe het eruit zag…”
Toch heeft ook een trauma-arts minder spannende gevallen. “Bij ons is dat als iemand van de trap is gevallen en een hoofdwond heeft. Dat is voor ons een beetje een standaard-inzet.” Moors was als student al ambulancechauffeur en heeft altijd het liefst op straat gewerkt. “Buitenspelen is het leukste, dat geeft aan alles een extra dimensie.”