Het Rijk droeg gemeentes op mogelijke zwakke vloeren te inventariseren. Dat moest, nadat eerder dit jaar een in aanbouw zijnde parkeergarage instortte bij het vliegveld in Eindhoven. Alle gebouwen met soortgelijke “lichtgewicht”-vloeren moeten worden onderzocht op veiligheid.
De Omgevingsdienst heeft een eerste onderzoek afgerond. Daaruit blijkt dat bij vier gebouwen in Dordrecht de vloeren mogelijk niet veilig zijn. Volgens gemeentelijk woordvoerder Mark Benjamin betekent dat niet dat de vloeren op instorten staan, maar hoe veilig of onveilig ze zijn, kan hij ook niet zeggen: “Dat moet verder onderzoek uitwijzen”, zegt hij, “Onderzoek dat de eigenaren van de gebouwen zelf moeten laten uitvoeren. Dat kan betekenen dat ze vloeren open moeten maken.”
Bij de parkeergarage in Eindhoven zijn zogenoemde Bubbledeck-vloeren gebruikt. Die bestaan uit een dunne betonnen plaat met daarop holle plastic bollen. De ruimtes tussen die bollen worden opgevuld met beton. Op deze manier is tot de helft minder beton nodig dan bij een “ouderwetse vloer”. De vloeren zijn lichter en, omdat er minder beton nodig is, is er minder energie nodig om ze te maken.
De vloeren bij de parkeergarage zouden zijn bezweken, doordat de aanhechting op de muren niet juist zou zijn uitgevoerd. De leverancier noemt haar vloeren wel veilig. Overigens moeten in Nederland ziet alleen Bubbledeck-vloeren worden onderzocht. Ook andere vloeren die lichter zijn in uitvoering worden geïnventariseerd.