En dat allemaal in gezelschap van Knuffie, de knuffel die ieder kind krijgt. Als de mentor van een kind op bezoek aan boord gaat, gaat een krat mee of er gaan na afloop weer spullen mee retour die gebruikt zijn. Varende kinderen beleven hun eerste schoolgaande jaren op een heel andere manier dan kinderen die ‘aan land’ naar school gaan.
Eigen lesmethode
Het Landelijk Onderwijs aan Varende Kinderen (LOVK) is in Nederland verantwoordelijk voor het onderwijs aan varende kinderen van 3,5 tot en met 7 jaar. Dit is landelijk vastgelegd in een wetsbesluit. Het LOVK, waarvan het hoofdkantoor in Dordrecht zit, heeft een eigen lesmethode ontwikkeld. Daarbij geven ouders aan boord van hun schip les. Zij worden hierbij ondersteund door een mentor.
Kinderen kunnen bij het LOVK ook 'ligplaatsonderwijs' volgen. Als ouders met hun schip in de buurt zijn, kunnen ze hun kind daarheen brengen. Die scholen staan in Dordrecht, Krimpen aan den IJssel en Werkendam. Het ligplaatsonderwijs is ter aanvulling op het onderwijs aan boord en niet ter vervanging, waarbij de focus ligt op samenzijn met leeftijdsgenoten.
Vanaf 7 jaar geldt voor kinderen van varende ouders de reguliere schoolplicht. Kinderen gaan van maandag tot en met vrijdag naar een gewone basisschool. Omdat hun ouders aan het varen zijn, verblijven ze doordeweeks in een internaat. Ze worden daar doorgaans op maandag naartoe gebracht en op vrijdag weer opgehaald.
Lessen voorbereiden op drie niveaus
Deze dag is de peuter-kleuterklas gevuld met ‘maar’ negen kinderen. Op een andere dag kunnen dat er zomaar ineens dubbel zoveel zijn, of zelfs nog meer. Het vraagt flexibiliteit van leerkrachten die hun lessen op drie niveaus voorbereiden, ook omdat er meerdere leeftijden in één groep zitten. Volgens directeur-bestuurder Lienke van Dijk vinden de kinderen dat alleen maar leuk. “Je ziet vaak dat oudere kinderen de jongere helpen.”
Een van de kinderen in de groep van vandaag is de 3-jarige Julia, dochter van Evelien Suijker. Samen met haar man Pieter heeft ze nog twee dochters, Anna van 7 en de 6-jarige Lize, die allebei al afscheid hebben genomen van het LOVK en naar het internaat in Dordrecht gaan. “Het was de leukste tijd, toen alles nog aan boord kon”, blikt Evelien terug op de periode dat geen van hun kinderen nog naar het internaat hoefde.
Lesgeven aan boord
“Dan waren we soms zes of zeven weken weg, vooral naar Duitsland, en altijd 24/7 met elkaar.” Nu zijn ze vaker op Hollandse wateren te vinden, omdat de reistijd op maandag en vrijdag naar het internaat anders ondoenlijk is. Pieter en Evelien hebben een binnenvaartschip waarmee ze voornamelijk veevoer vervoeren. “Maar afgelopen vrijdag hebben we op de IJssel zand geladen. Mijn man is dat nu in Dordrecht aan het lossen.”
Het lesgeven aan haar kinderen gebeurt bij Evelien tussen de bedrijven door. “Wij hebben geen matroos aan boord, dus we moeten alles samen doen. Soms moeten we door een sluis varen. Dan moet de les onderbroken worden. Maar op andere dagen heb ik weer zeeën van tijd.”
Van Anna en Lize weet Evelien zich te herinneren dat ze het les krijgen altijd als heel leuk hebben ervaren. Al waren er ook heus wel eens uitdagingen. “Rollenspellen, dat ging echt niet bij ons. Dan zei ik wel eens tegen mezelf: ‘Rustig blijven, Evelien.’ Maar op een gegeven moment leer je het wel.”
Ouders als onderwijzers
Niet voor niets deelt het LOVK een zogeheten ‘juf-moederdiploma’ uit. “Eigenlijk ben je een soort leerkracht geworden. Je weet zoveel meer dan andere ouders”, zegt Lienke van Dijk. Al blijft juf-moeder Evelien er bescheiden onder: “Je moet mij echt niet voor een klas met kinderen zetten hoor.”
Een belangrijke spil in de organisatie is de mentor, daar heeft Evelien ook veel van haar onderwijskwaliteiten aan te danken. “Van jongs af aan groei ik met een kind mee, dat is zo mooi om te zien”, zegt mentor Tineke Albregts. “Ik kom ook in de thuissituatie. Ik zie de interactie van een kind met de vader, moeder en broertjes of zusjes. Je krijgt echt een vertrouwensband.”
Opvoeding en onderwijs lopen daardoor heel erg in elkaar over, legt Tineke uit. “Ik had een keer een moeder die heel beschermend was naar haar kind. Toen dacht ik: ik ben de enige professional die daarover iets kan zeggen, ook al kan dat best confronterend zijn. Uiteindelijk vond die moeder het heel fijn en is ze ermee aan de slag gegaan.”