“In juni werden door enkele oplettende vogelaars ergens in de Biesbosch grauwe klauwieren ontdekt”, vertelt één van de boswachters van Staatsbosbeheer. “Er werden twee mannetjes en een vrouwtje gezien. Omdat het vogels betroffen in de broedperiode én in potentieel broedgebied is besloten om de waarnemingen onder embargo te plaatsen.” Maar het bleef niet bij een eenmalig bezoek. In de dagen erna zagen boswachters zelfs op één moment drie volwassen mannetjes en een volwassen vrouwtje. Er is toen direct besloten een zone in de aangrenzende graslanden niet meer te hooien, zodat er voldoende voedsel te vinden zou zijn voor de vogels.
En dat bleek te werken. “In het begin zag een boswachter dat het territoriale mannetje sabelsprinkhanen voerde aan het vrouwtje. In de weken daarna was ze veelal uit beeld. Halverwege augustus zag een boswachter het mannetje een uitgevlogen jong voeren. Een nieuw succesvol broedgeval was een feit.” Naast sprinkhanen houden klauwieren ook erg van kevers, bijen en hommels, maar ze eten zelfs ook van hagedissen, kleine zoogdieren en jonge vogels. De naam 'klauwier' slaat op de gewoonte van de vogels om prooidieren op te hangen aan de doornen van bramen of andere stekelige struiken en die later op te eten.
Het broedgeval van de klauwier is het eerste ooit vastgelegd in de Biesbosch. En dat geeft aan hoe goed het met de natuur in het gebied gaat. “In de Biesbosch zijn volop graslanden te vinden met veel grotere insecten”, vertelt een boswachter. “Wat struiken en vooral rust kunnen dan de doorslag geven. In dit geval heeft dat gezorgd voor een nieuwe en een hele fraai broedvogel in de Biesbosch.”