Volgens de schrijvers van de anonieme brief is er na de laatste brief nauwelijks iets veranderd en is er tijdens het onderzoek onvoorzichtig omgegaan met vertrouwelijke informatie. “De onthulling dat managementassistenten structureel hebben meegelezen met vertrouwelijke e-mails aan de gespreksleider is voor velen ronduit schokkend.”
Tijdens dit onderzoek was de directeur van de SSD, die inmiddels vervangen is, op non-actief gezet. Maar volgens de anonieme medewerkers werd hij tijdens het onderzoek regelmatig op de hoogte gehouden. De 'doorgeefluiken' die hiervoor verantwoordelijk waren zijn volgens de briefschrijvers de reden dat verhalen uit ‘vertrouwelijke luistersessies’ zijn verspreid.
Geen ‘eenmansoptreden’
In de brief wordt met teleurstelling gesproken over een gebrek aan gevolgen voor medewerkers in de laag onder de directeur van het SDD. “Niemand die werkelijk binnen deze organisatie heeft gewerkt, gelooft dat één persoon jarenlang op eigen houtje een cultuur van angst, intimidatie en willekeur in stand kon houden. Hij werd actief ondersteund door een groep leidinggevenden, vertrouwelingen en uitvoerders.”
Volgens de schrijvers is er in de sfeer en de cultuur van de SSD in positieve zin niets veranderd. Integendeel, zij stellen dat het onderzoek eerder heeft geschaad. ”Intussen zijn het deze oud-vertrouwelingen die nu de leiding hebben bij het wegwerken van anderen. Medewerkers die zich uitspraken, achter het onderzoek stonden en loyaal waren aan de waarden van de organisatie, worden nu actief uit de organisatie gedrukt.”
De schrijvers van de brief roepen gemeenten die zijn betrokken bij de SDD op tot een ‘herstructurering en opbouw van een nieuwe organisatiecultuur’. Er wordt ook gevraagd om betere hulp voor slachtoffers en formele excuses voor de manier waarop het onderzoek is verlopen.
‘Anonimiteit en dreiging horen daar niet bij’
Chris van Benschop, als wethouder met het SDD-dossier belast in Dordrecht, reageert in een brief niet inhoudelijk op de brandbrief. “Het Dagelijks Bestuur houdt vast aan het uitgangspunt van werken aan herstel van vertrouwen en veiligheid. Anonimiteit en dreiging horen daar niet bij. Wij reageren dan ook niet langer inhoudelijk op anonieme brieven.”
Van Benschop is voorzitter van het Dagelijks Bestuur GR Sociaal, waar de Sociale Dienst Drechtsteden onder valt. Ze geeft aan dat er met de directie van SSD zal worden gesproken over de brandbrief. Dit zodat zij aan haar medewerkers “helder kan communiceren dat anonieme druk geen plek krijgt en dat werken aan herstel en vertrouwen om openheid en aanspreekbaarheid vraagt.”
De vraag rijst of de anonieme klokkenluiders zichzelf kenbaar willen maken aan de dienst of het Dagelijks Bestuur. Juist het wantrouwen naar de groep managers en medewerkers in leidende functies heeft geleid tot de anonieme brieven. Of een dergelijke boodschap vanaf directie naar medewerkers behulpzaam is in deze context, valt dus te betwisten.
De schrijvers van de brandbrieven worden verwezen naar niet-gemeentelijke hulp: “Daarbij worden medewerkers gewezen op de formele routes voor het bespreken van kwesties zoals vertrouwenspersonen, HR-adviseurs of de directeur die verantwoordelijk is voor het herstelproces”.