Mark* houdt zijn jas aan als hij voor de rechter gaat zitten. In de kleine Rotterdamse rechtszaal zit ook een jonge vrouw met haar advocaat. Het lijkt erop dat ze haar ouders heeft meegenomen, die achter haar zitten. Mark heeft kort donker haar en praat in hoog tempo. Dat wordt meteen al duidelijk als de rechter vraagt naar zijn naam. Mark zal zichzelf verdedigen deze zitting. “Advocaat? Nee. Geen behoefte aan”, zegt hij beslist.
“U heeft meermaals gebeld, met seksuele geluiden”, opent de officier van justitie. "Bij een andere vrouw doet u hetzelfde. Een van de slachtoffers is hier vandaag. Ze had er nogal last en is naar de politie gegaan.” De vrouw is dag en nacht anoniem gebeld. Dan hoorde ze gehijg. Honderden keren, maandenlang.
“U deed het bij veel meer mensen”, zegt de rechter. Mark wipt op en neer met zijn been en kan zich zichtbaar nauwelijks bedwingen de rechter te onderbreken. “Ik dacht dat het een oplichter was. Hij belde me! Ik wist niet dat zij het was!” Hij praat hard en ratelt over hoe hij het slachtoffer zou zijn en niet de vrouwen. “Ik ga u onderbreken”, kapt de rechter hem af.
“Tegen de politie zei u: ik doe dit vaker”, pakt de rechter de regie terug. “U zocht contact via Tinder. Maar als iemand u afwees, werd u boos en bleef u contact zoeken.” Nu neemt Mark het weer over. “Ik heb het wel gedaan, ik werd heel vaak gebeld, wel 200 keer.” Het is lastig om het verhaal van Mark goed te begrijpen. De rechter blijft kalm en vraagt waarom hij zo vaak bleef bellen. “Die persoon bleef míj bellen, ik kreeg geld terug.”
De officier van justitie zegt over dat bellen: “Het gebeurde zowel overdag als ‘s nachts, zeven tot vijftien keer. Als mevrouw opneemt, hoort ze gehijg en gekreun aan de andere kant. Meneer bekent en zegt dat hij meerdere mensen heeft gebeld. Hij vond het niet leuk dat hij werd afgewezen.”
Dan gaan we over naar de jonge vrouw en haar advocaat. Ze heeft haar verhaal op papier gezet. “Een 20-jarige vrouw hoeft niet bang te zijn voor onbekenden”, zegt ze. “Ik durfde niet meer naar buiten, te gaan sporten. Over straat lopen ging niet meer. Stond hij op straat? Was het een man? Een vrouw? Zou hij toeslaan?” Haar stem is sterk, maar je voelt ook de spanning.
“Lekker tekenen of schilderen ging niet meer, mijn handen trilden te erg. Ik had extreme huilbuien en durfde niet meer naar stage. Zou hij ook mijn collega’s pakken? Hij pakte ook mijn nachten af.” Dan ineens roept Markt tussendoor: “Denk na! Dit is een oplichter!” De rechter reageert meteen furieus: “U stopt nu! Als u doorgaat, stoppen we! U gaat nu uw mond houden!”
De vrouw slikt en herpakt zich. Ze gaat door met haar verhaal. “Een man of vrouw met een diepe stem die mij stalkte. Ik kon niet gebeld worden zonder paniek.” Mark zit voorovergebogen als ze praat. “Mijn examens duurden langer, het enige in mijn hoofd was mijn stalker."
Ze is maandenlang gebeld door de hijger. “Ik ben doodsbang voor mijn telefoon geworden. Ik heb extreem veel therapie gehad. Ik was een wrak. Nu gaat het langzaam beter.”
Psychoses
Ondanks de boze rechter wordt het Mark toch weer teveel. “Ze heeft gewoon psychologische problemen!”, roept hij door de rechtszaal. "Als ik heel vaak werd gebeld, zou ik gewoon voor vijf euro een ander nummer nemen!” De rechter is even stil en gooit het dan over een andere boeg. “Word u behandeld?”, vraagt ze. “Vroeger wel”, zegt Mark rustig. “Ik heb nu dagbesteding op de werkboerderij. Dat is prettig werk.” Hij vertelt dat hij last heeft van psychoses.
Dat lijkt de zaak een beetje in een ander licht te stellen. De rechter verandert haar boze toon naar een bezorgde, zo lijkt het. “U dacht: ik word opgelicht. Om te pesten ga ik heel vaak bellen?” Mark: “Ik heb het daarna niet meer gedaan. Ik heb nu een relatie en het gaat goed.” Het is de eerste keer dat Mark lijkt te bekennen dat hij de stelselmatige hijger is.
Dat de vrouw ruim 3200 euro wil voor gemaakte kosten en smartengeld, irriteert hem. “Dat is veel te hoog. Ik kan ook mijn psychologische klachten wel melden. Maar als iemand dit doet bij mij, zou ik gek worden.” Dat is weer een opmerkelijke wending ineens. “Wat gij niet wil dat u geschiede...”, reageert de rechter. “Als je niet weet wie je belt, dan is dat heftig”, zegt Mark over de situatie.
“Ondanks meerdere waarschuwingen ging meneer toch door”, zegt de officier. Mark kijkt omlaag en bromt in zichzelf: “Ja, ja, ja”. Het klinkt niet cynisch, maar eerder schuldbewust. “Meneer had moeten stoppen. Het tweede slachtoffer in deze zaak wordt toevallig een keer via Facetime gebeld en ziet dan het nummer. Daarmee is ze naar de politie gegaan." Mark bromt weer instemmend van ja. "Als ze wordt gebeld, hoort ze alleen maar gekreun. Het zet haar hele leven op z’n kop.”
“Dat hij hier mevrouw onderbreekt, vind ik onbeschoft”, gaat de officier verder. “Ja!”, roept Mark door de zaal. “Maar ze kan toch een ander nummer nemen? Dat had ik gedaan!”, roept hij er achteraan. De officier gaat door: “Volgens de reclassering gaat het beter en heeft meneer zijn leven op de rit.” Mark inspecteert inmiddels zijn nagels en lijkt vervolgens langdurig in het niets te staren.
De officier eist 80 uur taakstraf en wil dat Mark het gevraagde smartengeld betaalt. “Wat vindt u van wat de officier van justitie heeft gezegd?”, vraagt de rechter. “Ik heb al gezegd dat ik snap dat iemand bang kan worden”, zegt Mark. “Er is geen contact meer geweest. Van mij mag u wel een contactverbod geven, dat vind ik niet erg.”
Normaal zou een advocaat nu de zaak bepleiten, maar Mark is deze middag zijn eigen advocaat en doet verder geen poging.
Het vonnis
“Als ik werd afgewezen, dan ging ik ze pesten, zegt u tegen de politie. U vindt het moeilijk om te luisteren naar wat het slachtoffer zegt, maar u zegt toch ook dat het heel heftig was. U mag dit echt nooit meer doen. Uw slachtoffer had geen idee waar het vandaan kwam. U beschadigt het leven van andere mensen.” Ze vonnist Mark tot 80 uur taakstraf en zo’n 2000 euro schadevergoeding. “U kunt beter niet meer op Tinder en andere plekken waar u afgewezen kunt worden.” Dan beent Mark snel de zaal uit. Zijn slachtoffer kijkt hem na, ze slaakt een diepe zucht.
*De naam van de verdachte is vanwege privacyredenen gefingeerd. De redactie kent zijn ware identiteit.