Plaquette moet herinnering aan verzetsstrijdster Lenie Dicke levend houden

Lenie Dicke speelde een belangrijke rol in het (Dordtse) verzet tegen de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog. Ze fungeerde als contactpersoon tussen de Ondergrondse en de onderduikers. Als spil van het verzet wist zij alles over zowel de onderduikers als over de activiteiten van de verzetsmensen.

Dicke wist tot januari 1945 uit handen van de Duitsers te blijven. Maar toen ging het mis; ze werd gearresteerd en zwaar ondervraagd en vermoedelijk gemarteld. De verzetsgroep besefte dat er levens in gevaar kwamen als Lenie zou doorslaan. Daarom werd een spectaculaire bevrijdingsactie op poten gezet waarbij Lenie tijdens een ijskoude januarinacht uit de gevangenis werd bevrijd. Een Duitse militair kwam daarbij om het leven. Als vergelding besloot de Duitse bezetter haar ouderlijk huis in brand te steken.

Op Internationale Vrouwendag (8 maart) werd er in Dordrecht uitgebreid stilgestaan bij Lenie Dicke; er werd een straat naar haar vernoemd.

De plaquette zou zich er ook voor lenen om te informeren over de nauwe band tussen de Prinsenstraat en het Dordtse verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er woonden namelijk twee belangrijke verzetsfamilies in deze straat: de hiervoor genoemde familie Dicke en de familie Alblas. Van de familie Alblas is zoon Aart Alblas het bekendst: hij was een Engelandvaarder die in 1944 in concentratiekamp Mauthausen is gefusilleerd. De families Dicke en Alblas waren bevriend en trokken veelal samen op in de Ondergrondse. Zo was het een zoon van de familie Alblas die Lenie Dicke in veiligheid bracht na haar bevrijding uit de gevangenis.

“De plek in de Prinsenstraat waar de brand heeft gewoed, is na de oorlog nooit meer bebouwd. Er zijn alleen wat parkeerplaatsen aangelegd. Tot op de dag van vandaag is het een zielloze ruimte, zonder enige verwijzing naar de historische gebeurtenissen die hier hebben plaatsgevonden”, laat de initiatiefgroep weten. “Een plaquette met het verhaal van de Prinsenstraat als verzetsstraat zou daar verandering in kunnen brengen.”