Elk jaar komen honderd estafetteteams uit binnen- en buitenland naar Friesland om mee te doen. De roeitocht gaat dag en nacht door. Een behoorlijke uitdaging voor het Dordtse team, dat bestaat uit twaalf leden van tussen de 30 en 77 jaar oud.
“Het is voor ons ook nieuw. We hebben nog nooit zulke lange afstanden gevaren”, vertelt Piet Bakker. Hij is met zijn 75 jaar een van de oudsten binnen de ploeg. “We hebben wel kortere afstanden geroeid, van bijvoorbeeld 50 kilometer. Sommigen van ons hebben ook in het buitenland geroeid en laatst hebben we nog in Friesland 45 kilometer gevaren.” Maar 210 kilometer afleggen in minder dan 24 uur is andere koek. “We hebben de afgelopen maanden hard getraind om deze tocht te volbrengen.”
Het team bestaat in totaal uit 12 roeiers. In afwisselende samenstelling bemannen zij een tweemansboot met stuurman, waarbij steeds één uur wordt geroeid en één uur rust wordt aangehouden. Dit gaat dag én nacht door.
“Dat is best pittig, want in het donker je weg zien te vinden is best vermoeiend en al een uitdaging op zich”, vertelt roeier Chantal Visser. “Het zijn niet alleen kleine kanaaltjes, maar ook grote plassen waar we over moeten. Het is dan maar afwachten hoeveel wind er staat, hoe hoog de golven zijn en hoe makkelijk je erdoorheen komt.”
Een bijkomende uitdaging: de vele bruggetjes die de roeiers moeten passeren. Om dat te kunnen doen, gaan de roeiers en stuurman plat achterover in de boot liggen. Dat is de afgelopen weken veelvuldig geoefend. “Soms kan het zittend, maar er zijn ook echt een paar hele lage bruggen waar we onderdoor moeten”, vervolgt Chantal. “Je kunt de brug dan zelfs aanraken als je ligt. We moeten dus op tijd naar achteren ‘vallen’ en zo plat mogelijk blijven liggen. We gaan daar niet afremmen, want we willen geen tijd verliezen.”