Dit Dordtse echtpaar overleefde de Tweede Wereldoorlog niet. Jette Levisson werd vergast in het Duitse vernietigingskamp Sobibor, haar man overleed in een bejaardenhuis in Poortugaal. Hun 11 kinderen overleefden de oorlog allemaal.
Mozes wordt wel als slachtoffer van de holocaust gezien, omdat hij op transport is gezet. Hij was alleen ziek en is teruggestuurd naar het bejaardentehuis en daar enige tijd later overleden.
"Formeel gesprok,en vanuit de regels die door de commissie in Berlijn worden vastgesteld, zou hij geen steentje kunnen krijgen", legt Arij Boogerman uit. Hij is voorzitter van de Werkgroep Stolpersteine in Dordrecht. "De Stolpersteine zijn alleen voor de mensen die weggevoerd zijn en zijn omgebracht in de gaskamers. Ik heb tot drie keer toe een brief moeten sturen om het uit te leggen en toen waren ze het er mee eens dat er ook voor Mozes een steentje kwam."
Stolpersteine, letterlijk struikelstenen, zijn kleine steentjes die geplaatst worden op plekken waar Joodse gezinnen tijdens de oorlog woonden. De steentjes kwamen al in januari in Dordrecht aan, maar in de wintermaanden is het niet makkelijk om de steentjes te leggen. Daarom worden ze op maandag 13 mei op de Elfhuizen in de straat gelegd.
Daarbij zijn nazaten van Mozes en Jette Levisson aanwezig, onder andere kleinzoon Marien Levisson. Hij is inmiddels 86 jaar, maar weet nog goed hoe hij ze vaak opzocht in hun bovenhuis en was dol op hen. Per se wilde hij daarom zijn grootouders eren met een steentje.
Hij heeft de steenjes op dit moment zelfs in zijn beheer. Omdat hij zo oud is heeft hij deze bij uitzondering al gekregen, schrijft de werkgroep in een verklaring. "We hebben de steentjes alvast aan hem gegeven, zodat hij ze in ieder geval al in huis heeft, en kan koesteren."