De scheepvaart is altijd verweven geweest met het dorp Kinderdijk. Voor de bouwers van bedrijf Smit (nu Koninklijke IHC, red.) werden ooit de huizen gebouwd. De molens zorgden er door hun karakteristieke uiterlijk op hun beurt voor, dat Kinderdijk wereldberoemd werd.
“Het molengebied en het dorp komen bij elkaar op dit terrein. Want hier zat een scheepsbouwbedrijf, dat tegelijk molenonderdelen maakte. Dat verhaal willen we vertellen”, aldus Jan-Willem de Winter van Stichting Werelderfgoed Kinderdijk. “We willen van de schuur weer een molenmakerswerkplaats maken, waar iedereen het ambacht kan komen leren.”
Van mast naar roede
Wat hebben scheepsbouw en de iconische molens van Kinderdijk met elkaar gemeen? De Gebroeders Pot. Een grote en rijk familiebedrijf én belangrijke werkgever in het toenmalige dorpje Elshout bij de Kinderdijk. Zij grepen de kans om hun scheepsbouwkennis toe te passen op molenonderhoud en -bouw.
LEES OOK: Recordaantal bezoekers Kinderdijk in 2024, stijging van 11 procentToen de invloedrijke familie óók nog veel te zeggen kreeg in het lokale Waterschap, viel hen gelijk iets op. “Molens zijn oorspronkelijk allemaal bijna geheel van hout gemaakt. Die moeten weer en wind doorstaan en hebben allerlei bewegende onderdelen. Het nadeel is dat houten onderdelen maar 25 tot 30 jaar meegaan”, vertelt De Winter. “Als dat op een gegeven moment slechter wordt of afbreekt, heb je enorm veel gevolgschade.”
Dus vond er een – voor die tijd – enorme revolutie plaats. De Gebroeders Pot waren goed in het klinken van ijzeren onderdelen, bijvoorbeeld bij het bouwen van scheepsmasten. En laat die nou nét, grote gelijkenissen hebben met de middelste balk van een molenwiek, de molenroede In 1852 patenteerden zij de Geklonken Potroede: een minder gevoelige, ijzeren variant van de traditionele houten roede, die ruim honderd jaar langer meegaat.
Invloed
Door hun uitvinding kreeg de familie een internationale afzetmarkt, bekendheid en enorm veel rijkdom. Ook het dorp profiteerde hiervan. In de hoek van het dorp waar de schuur staat, vlak bij de ingang van het werelderfgoed aan de Molenstraat, zijn nog altijd sporen van de gebroeders te vinden. Het waterschapshuis, de statige panden langs de dijk én de kerk waren ooit eigendom van Pot.
Ook sporen van de bouwindustrie zijn nog terug te zien. Voor één van de voormalige woonhuizen van de familie staat namelijk een vreemd hekje. Hoewel de meeste roeden via de Lek werden getransporteerd, werd zo nu en dan ook de weg gebruikt. “De wieken zijn dertig meter lang. Dat is lastig manoeuvreren. De uitgang van de werf lag precies voor het woonhuis, dus het gesmeden hek in de voortuin kreeg een gebogen vorm. Zo konden ze de bocht alsnog maken.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.