De meldingen gaan over verschillende onderwerpen; denk aan drugshandel, illegale bewoning, vuurwerk of andere verdachte omstandigheden. De teller in Molenlanden staat in een jaar tijd op 86 meldingen, nadat die gemeente via een
informatiecampagne burgers opriep de ogen en oren goed open te houden.
“Deze stijging laat zien dat inwoners alert zijn en bereid zijn om verdachte situaties te melden, wat essentieel is voor een veilige leefomgeving”, aldus een gemeentewoordvoerder. “Alle meldingen die wij ontvangen, worden zorgvuldig onderzocht. In een aantal gevallen bleek er gelukkig niets aan de hand. Toch zijn er ook situaties geweest waarin sprake was van een onveilige of ongewenste situatie. Deze meldingen hebben geleid tot controles op locatie, waarbij onder andere hennep en harddrugs zijn aangetroffen.”
In Hendrik-Ido-Ambacht zette de gemeente een zogenoemde ‘lokbus’ en een nep-drugsdumping in om inwoners bewust te maken van drugscriminaliteit waar ze op straat mee geconfronteerd zouden kunnen worden. Zowel de bus als de dumping
werd honderden keren gemeld. Wat volgens de gemeente het succes van dergelijke bewustwordingscampagnes aantoont.
Niet alleen burgers worden op zulke manieren wegwijs gemaakt, ook politieagenten worden sinds kort actief getraind op het herkennen van drugsgerelateerde zaken. In een speciaal daarvoor nagebouwd drugslab ergens in onze regio leren agenten geuren en signalen herkennen, maar ook over de gevaren die bij het opsporen van drugscriminaliteit komen kijken.
“Voor één kilo procaïne (een zwaarverdovend middel red.) heb je tien liter aceton nodig. Dat gebeurt vaak in slecht geventileerde ruimtes, midden in woonwijken. Dat is levensgevaarlijk”, legt inspecteur Jan-Dirk uit. Hij is werkzaam bij het programmateam ondermijning van de politie eenheid Rotterdam. “Onze agenten leren wat de gevaren zijn, maar ook wat volgens de Opiumwet strafbaar is.”
Bekijk ook de reportage over het drugslab die onze mediapartner Rijnmond hierover maakte op YouTube.