Iemand wordt ‘economisch zelfstandig’ genoemd als zijn of haar netto-inkomen uit werk minstens op bijstandsniveau ligt. Dat was vorig jaar een bedrag van 1.295 euro per maand. In elke gemeente in Nederland staan meer mannen financieel op eigen benen dan vrouwen; het landelijk gemiddelde ligt bij mannen op 83 procent. Daar zit in onze streek alleen Dordrecht (80,8 procent) onder. Het verschil tussen mannen en vrouwen wisselt per gemeente.
Percentage economisch zelfstandige vrouwen in de streek:
Alblasserdam: 65,9
Dordrecht: 66,6
Hardinxveld-Giessendam: 66,4
Hendrik-Ido-Ambacht: 73,4
Molenlanden: 69,2
Papendrecht: 70,4
Ridderkerk: 67,6
Sliedrecht: 65,5
Zwijndrecht: 65,7
Percentage economisch zelfstandige mannen in de streek:
Alblasserdam: 85,9
Dordrecht: 80,8
Hardinxveld-Giessendam: 89,6
Hendrik-Ido-Ambacht: 89,4
Molenlanden: 90,3
Papendrecht: 85,9
Ridderkerk: 84,4
Sliedrecht: 85,7
Zwijndrecht: 83,6
Werkweek en aantal werkenden bleef gelijk
Het aandeel economische zelfstandige vrouwen nam tot 2023 landelijk nog jaarlijks toe, maar sindsdien blijft het percentage ongeveer gelijk. Er gingen vorig jaar relatief gezien niet meer mensen aan het werk, en ook de gemiddelde werkweek bleef ongeveer even lang als een jaar eerder. Hierdoor veranderde ook het percentage van mensen dat financieel op eigen been staat, nauwelijks.
Het grootste deel van de mensen die niet economisch zelfstandig zijn, is afhankelijk van een uitkering. Ook is er een deel dat wel werkt, maar onder bijstandsniveau verdient. Bij vrouwen is dat met 30 procent van de niet-economisch zelfstandigen een groter deel dan bij mannen (26 procent). Volgens het CBS komt dit voor een deel doordat vrouwen vaker in deeltijd werken en een lager gemiddeld uurloon hebben.