En dat is hoog nodig, laat Marianne Mulders, voorzitter van de molenstichting, weten. “Afgelopen week zijn de molenrestaurateurs gestart met het uitslijpen van de eerste slechte delen van het voegwerk. Eerdere inspectie leerde dat aan het onderstuk zo’n 70 m2 en aan het bovenstuk circa 60 m2 dringend hersteld moet worden.”
Langer wachten is geen optie, want dat betekent meer kans op schade door vorst in de winter met lekkages tot gevolg. Deze klus stond eigenlijk al voor vorig jaar gepland. “Toen kwamen onze slechte wieken er onverwacht tussendoor. Wat we met grote steun van de provincie en van donateurs overigens binnen een jaar konden verhelpen. Want je wilt geen onveilige wieken op je molen!” Gelukkig hielp de provincie ook al een stukje met subsidie voor herstel van het metselwerk, vertelt Mulders. “Omdat we onderzoek hadden gedaan en wisten dat dit eraan zat te komen. 70 en 60 m2 lijkt veel, maar de molen is zó groot. Dit zijn die klussen die essentieel zijn voor het langdurig behoud van de molen.”
Hopelijk geen verrassingen
“We hopen vooral dat onder een schijnbaar goede toplaag van het overige metselwerk zich niet meer onheil verbergt”, voegt Mulders er wel aan toe. “Je wéét het niet, met zo’n oud historisch gebouw. Op een dergelijke verrassing zitten we niet te wachten. Niet in de laatste plaats omdat dat financieel een zeer, zeer zware wissel zou trekken. Want dit voorjaar zijn we ook begonnen met de elektra in de molen te vervangen. Daar zijn geen subsidiepotjes voor – we dachten vorig jaar even dat de gemeente zou meedoen, maar dat veranderde helaas – dus daar moeten we eigen middelen voor aanspreken. En er zit nogal wat kabelwerk in een 32 meter hoge molen.”