Het schip biedt chirurgische zorg bij onder meer goedaardige tumoren, orthopedische afwijkingen, gynaecologische fistels en oogafwijkingen. Ook wordt tandheelkundige zorg verleend. “Het gaat om aandoeningen die bij ons goed te behandelen zijn”, legt Tanja uit. “Ik zie mensen op het schip komen die onnodig enorm lijden. Nadat ze geholpen en hersteld zijn, straalt de dankbaarheid ervan af. Hun hele lokale gemeenschap viert dan mee dat ze weer thuiskomen en alsnog volwaardig kunnen meedoen.”
Voordat ze iemand helpen, heeft een screening plaatsgevonden. Het is niet mogelijk om iedereen te helpen. "Voordat het schip bij het land komt, wordt gekeken wie wel kan worden geholpen en wie niet." Zo legt ze uit dat de meeste mensen die worden behandeld onder de veertig jaar zijn en geen andere ziektes hebben. "Een hoge bloeddruk of suikerziekte valt daar niet te behandelen. Ze hebben geen pilletjes of insuline."
Twee verschillende werelden
Het betekent ook dat Tanja na zo’n periode weer even moet wennen aan de zorg in Nederland, waar we op detailniveau ingrijpen, het leven alsmaar blijven verlengen en dat ook nog min of meer vanzelfsprekend vinden. Tanja: “Het zijn twee verschillende werelden, die ik niet kan integreren. Ik zet ‘een knop om’ als ik Afrika binnenstap. We kunnen de wereld niet veranderen, maar wel de wereld van die ene persoon.” Naast de patiëntenzorg worden lokale professionals getraind op het schip. Zo blijft ook na vertrek kennis beschikbaar.