Een proef om een onzichtbare groep dak- en thuislozen voorrang te geven op een woning gaat mogelijk eind dit jaar van start in Dordrecht. Het gaat om mensen die geen gebruik maken van de reguliere opvang bij het Leger des Heils, maar bijvoorbeeld bij vrienden op de bank slapen of overnachten in een auto. Wie zijn die mensen? Streekomroep 56 spreekt er twee.
Jean-paul woont nu anderhalf jaar in de daklozenopvang van het Leger des Heils aan de Kromhout in Dordrecht. Daarvoor heeft hij dertig jaar bij kennissen, in kraakpanden en op straat geleefd.
‘Zo raak je snel eenzaam’
“Op mijn zestiende werd ik uit het niets dakloos gemaakt door mijn ouders, die in scheiding lagen. Je bent dan eigenlijk gewoon nog een kind, ik wist niet wat ik moest doen”, vertelt Jean-paul. Als minderjarige kon hij geen uitkering aanvragen en zich niet bij de gemeente inschrijven voor sociale huur. Zijn ouders woonden in Strijensas en Hellevoetssluis, maar Jean-paul zwerfde door de streek.
Toen Jean-paul opeens van school verdween, vernamen de ouders van een klasgenoot van zijn situatie en namen hem een tijd in huis. “Maar er zijn grenzen aan wat mensen aankunnen, het wordt al snel te veel. Als dakloze moet je eigenlijk je sociale netwerk kapot maken, voordat je echt structurele hulp krijgt. Zo raak je snel eenzaam”, vertelt hij.
Kort daarna ging Jean-paul in gekraakt wonen in meerdere gemeenten in de streek. Dit deed hij jarenlang. Destijds was dit niet gereguleerd, zoals leegstandsbeheer nu is. “Er was geen stroom, elektriciteit of stromend water. Voor eten zocht ik in vuilnisbakken. Dat deed ik wel in de avond, want ik schaamde me. Ik waste mezelf in de sloot.”
Opvang niet makkelijk
Na zoveel jaren op zichzelf zet hij nog niet zo lang geleden toch de stap naar de opvang. Maar dat is nog niet zo makkelijk als het misschien lijkt.“Je moet eerst contact opnemen met de gemeente, dat deed ik in Dordrecht. Maar je moet bewijzen wie je bent met een ID, anders kom je niet in aanmerking, en die was ik kwijtgeraakt.
“Toen heb ik een tijd bij de bootjes in Zwijndrecht gewoond. Daar kon ik veldwerk gaan doen, en hebben ze via dat werk een nieuw identitietsbewijs voor mij kunnen aanmaken”, vertelt Jean-Paul. Hij refereert hier naar een groep boten in Zwijndrecht, dat een tiental eigenaren gebruiken als woning. Vanaf augustis staat de gemeente dit niet meer toe.
Als de inschrijving bij het Leger des Heils uiteindelijk lukt, is er vaak een wachtlijst van maanden. “Dan willen ze je bellen op een mobiel die je niet hebt, of niet kunt opladen. Dus soms loop je kansen mis”, vertelt Jean-paul. In periodes dat hij niet in kraakpanden kon wonen, sliep Jean-paul op straat. Als de politie hem daar zag slapen, ontving hij regelmatig een boete of een wijkverbod.
Nu in de opvang kijkt hij vooruit en hoopt hij voorzichtig op een betere toekomst. Over een half jaar verblijft hij twee jaar bij het Leger des Heils, dan kan hij urgentie op een woning aanvragen. Toch kan het dan nog steeds lang duren voordat hij zijn leven kan gaan opbouwen, want ook de urgentie-lijsten zijn lang.
Onnodig leed
Jean-paul is blij met de mogelijkheden die de urgentie biedt, maar betreurt dat het zo laat komt: “Een opleiding, carrière, kinderen. Die dingen ben ik allemaal misgelopen, en op veel manieren is mijn leven voorbij. Dat was niet nodig geweest”.
Zowel de Verandergroep Woonregels als Jean-paul is dan ook opgelucht dat Dordrecht binnenkort met de proef ook verborgen daklozen urgentie gaat geven. Hij denkt vooral vaak aan de kinderen in onze streek die dakloos zijn.
“Voor mij is het te laat, maar er zijn zoveel kinderen die alleen of met hun moeder van bank tot bank leven, of op straat, zonder stabiliteit. Er kan zoveel leed bespaard worden door hen voorrang te geven.”