De motie was ingediend door het CDA omdat de culturele sector in Zuid-Holland buitengewoon hard wordt getroffen door de coronacrisis. De toezeggingen van de overheid zijn tot nu toe niet toereikend om de schade te dekken, zegt CDA-fractievoorzitter Meindert Stolk, en dat is vanwege hun maatschappelijke en culturele functie onaanvaardbaar: “Je ziet dat instellingen die er in het verleden goed in geslaagd zijn om inkomsten te genereren en minder afhankelijk waren van subsidies, nu het hardst getroffen worden.” Om te voorkomen dat culturele instellingen deze crisis niet overleven, heeft het CDA tijdens de Provinciale Statenvergadering van 1 juli het college in een motie gevraagd om een extra bedrag van 3 miljoen euro vrij te maken voor een regeling.
Ook Ariëtte Kasbergen, statenlid GroenLinks, is blij met dit besluit: "De culturele sector is van grote waarde voor de samenleving en de inwoners. En een noodkreet van meerdere gemeentes laat zien dat veel instellingen omvallen als er geen hulp komt. Dat hebben we nu voorkomen.”
Voorwaarde voor het CDA is dat ook gemeenten een bijdrage leveren, zegt Stolk: “In de basis voert de provincie geen beleid ten aanzien van musea, podia en filmtheaters, maar we hebben wel degelijk een verantwoordelijkheid voor het behoud van die fijnmazige en waardevolle infrastructuur. Een bedrag van 3 miljoen euro kan enig soelaas bieden, mits gemeenten zelf ook meedoen. Maar uiteraard zal ook het Rijk haar verantwoordelijkheid moeten nemen.”
Kasbergen sluit zich hierbij aan en hoopt dat de sector snel kan terugveren naar een situatie met een verdienmodel voor culturele instellingen en ondernemers. "Gaat de crisis veel langer duren, wat we natuurlijk niet hopen, dan moet je je natuurlijk wel gaan afvragen welk voorzieningenniveau je minimaal in stand wilt houden. Wij hebben als GroenLinks de provincie opgeroepen om in dit geval samen met gemeenten en het culturele veld de afwegingen te maken."