"Een verschrikkelijk voorval"
Op nummer 19 van de Adriaan van Altenastraat woonden in 1942 het gezin De Jong. Vader Abraham, moeder Betje en hun zevenjarige dochter Grietje. Op 10 november van dat jaar werd het gezin opgepakt door Duitse soldaten en gelijk afgevoerd naar eerst Amsterdam, en vervolgens Auschwitz. Grietje probeerde nog te ontsnappen via het dakraam, en dus besloten de soldaten op haar te schieten. Het voorval werd destijds aanschouwd door Leen Dubbeld. Hij was een klasgenootje van Grietje en zag de soldaten hun kogels afvuren: "Ik kijk weer naar boven, en zie Grietje nog net over de rand van het dak gaan, en over de nok aan de achterkant verdwijnen."
Inmiddels leeft Leen Dubbeld niet meer, maar zijn hele verhaal over die bewuste dag is te lezen op de website van Stolpersteine Dordrecht. Arij Boogerman is voorzitter van de werkgroep, en vertelt dat moeder en dochter na tien dagen zijn vergast. Vader Abraham heeft zich letterlijk dood moeten werken in Auschwitz. Het is daarom ook van belang om Stolpersteine te blijven plaatsen: "Dat de naam van de mensen die vermoord zijn of zijn weggevoerd, blijft bestaan. Je leeft weliswaar niet meer, maar je blijft wel meetellen," vertelt Boogerman.
In totaal worden er dit jaar nog 30 van de 42 bestelde Stolpersteine neergelegd. Dinsdag waren dit er achttien, er werden onder meer op de Boomstraat, Het Groothoofd en Kromhout steentjes gelegd. Op 17 november worden er nog twaalf neergelegd. De overige volgen aankomend voorjaar. Ook is er momenteel een tentoonstelling te zien in het Stadskantoor over Sobibor. 44 Dordtse Joden zijn in dit kamp vermoord.
Foto: Yvette Gabler