“Het boek werd in 2012 uitgebracht, maar is inmiddels uitverkocht”, vertelt Groen. “Maar de vraag blijft. Daarom hebben we er een podcast van gemaakt. In iedere aflevering hoor je het verhaal over een verdwenen Dordtse winkel uit de jaren 50 en 60.”
In de tweede aflevering neemt Groen de geschiedenis van Poelier Gennisse onder de loep. In 1898 begon Aart Gennisse senior zijn poeliersbedrijf aan het Nieuwkerksplein. Rond 1910 verhuisde hij naar de andere kant van het plein en zette daar jarenlang de zaak voort op nummer 31. Het was een echt familiebedrijf: broers en ooms stonden in de zaak. Later verhuisde de winkel naar de Bosboomtoussaintstraat, het Admiraalsplein en in de jaren 80 van de vorige eeuw naar de Reeweg-Oost.
“Dat poelier Gennisse pluimvee en wild verkocht spreekt voor zich. Minder mensen weten misschien dat er een tijd was dat de grootste omzet van Gennisse bestond uit de verkoop van eieren”, vertelt Groen. De poelier was namelijk vaste leverancier van eieren aan koekjesfabriek Victoria. Veel van die eieren werd gebruikt voor de productie van lange vingers, ook wel Bonne Mère genoemd.
Konijnenbont
“Poelier Gennisse startte aan het Nieuwkerksplein waar ook een levendige handel was in konijnenvellen die opgeslagen waren in een vellenpakhuis. En kippen en konijnen betrok de poelier van de kippenmarkt. Later werden er in andere wijken van Dordrecht poelierswinkels geopend.
Kerstmis was een piektijd voor Gennisse. De hele familie kwam helpen om de soms wel duizend bestellingen te maken. Vaak werd er 's nachts doorgewerkt tot alle bestellingen waren afgeleverd, soms zelfs nog op eerste kerstdag.”