DrechtDokters verwachtte dat ongeveer een kwart van de mensen die een brief heeft gekregen, zou overstappen. Dat is niet het geval. Exacte aantallen deelt de huisartsenorganisatie verder niet.
“We moeten concluderen dat sommige mensen erg gehecht zijn aan hun huisarts en dus niet van plan waren te ruilen”, zegt Josette van Loon van DrechtDokters. “De patiënt heeft het laatste woord. We kunnen, hoe goed bedoeld ook, niemand verplichten.”
Afstand
De zogeheten patiëntenruil is in de Drechtsteden in het leven geroepen omdat elke huisarts een steeds grotere groep patiënten heeft die buiten zijn of haar bereik valt. Ze wonen bijvoorbeeld op te grote afstand van hun huidige huisarts. “Dat heeft te maken met een landelijk huisartsentekort, maar ook met het feit dat veel praktijken een patiëntenstop hebben", vertelde Marieke Poley, huisarts in Hendrik-Ido-Ambacht, eerder aan deze streekomroep.
"Als patiënten dan verhuizen naar een andere plek waar ze een nieuwe huisarts zouden moeten hebben, kunnen ze zich daar ook niet inschrijven vanwege een patiëntenstop.” Dat kan problemen opleveren in het aanbieden van zorg en daarom kwam DrechtDokters met het plan van de patiëntenruil.
Overgestapt
Van de patiënten die wél willen verhuizen naar een andere praktijk, is overplaatsen bij 85 procent van de mensen ook daadwerkelijk gelukt.
“Niet alle patiënten die positief reageerden hebben we kunnen plaatsen, want de verschuivingen moeten in verhouding blijven”, legt Van Loon uit. Zo kun je niet dertig patiënten uitschrijven bij een praktijk en er vervolgens honderd voor terugkrijgen. “Het was een grote puzzel met praktijken en patiënten.”
Zowel patiënten als huisartsen hadden wel wat vragen naar aanleiding van de proef. “Patiënten reageren soms met ‘waarom moet ik weg?’. Dat kun je dan uitleggen, maar lang niet altijd. Het is geen persoonlijke kwestie, maar een praktische om de zorg zoveel mogelijk dicht bij huis te kunnen regelen.”
De pilot was bedoeld om te leren wat werkt en wat er beter kan. De patiëntenruil krijgt volgens Van Loon dan ook zeker een gevolg. “Daarover zijn we in gesprek. Nog niet dit jaar en wellicht in aangepaste vorm, zodat het minder werk is en minder misverstanden oplevert. Al is niet honderd procent gelukt, het was toch de moeite waard om dit in gang te zetten. Nu kunnen we hierop voortborduren.”