Nieuwe tuktuk voor bezorgbakker Goof Booij (76): ‘ik denk niet aan stoppen’

“Ik moet er niet aan denken dat ik heel de dag bij mijn vrouw zit. Dan vechten wij elkaar de keet uit”, zegt Booij grappend. “Nee, dat is gekheid. Maar ik ben geen man om thuis te zitten.” Dat blijkt ook wel uit zijn loopbaan: op zijn 17de begon hij al met het bezorgen van brood. “Maar eigenlijk ben ik opgeleid als slager. Maar ik ging, toen ik nog een broekie was, werken voor Bakker Bijl.” Met brood had hij gewoon veel meer. “Ik ben een echte broodliefhebber, mijn jongens ook. Wij zijn echte broodeters.” En, moet hij eerlijk toegeven: “Daar kon ik veel meer verdienen, met bezorgen dan in de slagerij.” Een paar jaar hield Booij het vol om bij de bakker en de slager te werken, maar na zijn diensttijd stapte hij volledig over op het bezorgen van brood en banket. Om uiteindelijk voor zichzelf te beginnen.

De oude bezorgwagen van Booij was nodig aan vervanging toen. En daarmee is een stukje geschiedenis uit het straatbeeld verdwenen. “Vroeger reden er veel wagens rond. Toen werd alles bezorgd, van de melkboer, de groenteboer en de bakker”, vertelt hij met een vleugje nostalgie. “Vroeger begon ik om 08.00 uur en was ik vaak pas om half 10 ‘s avonds thuis.” Dat is inmiddels wel anders. Van de 500 adressen die hij afging toen hij net voor zichzelf begon, zijn er nog zo’n 125 over. Booij kan er nog een goede boterham mee verdienen, ondanks de stijgende energiekosten, waar ook hij mee te maken kreeg. “Maar het wordt wel steeds moeilijker, zeg ik eerlijk. Maar ik heb mijn vaste klanten. Hier op Dubbeldam kom ik al 54 jaar aan de deur. Er vallen er wel steeds weer weg. Toen ik begon waren die mensen 10, 20 jaar ouder. De meeste zijn al overleden.” Maar degenen die over zijn, blijven Booij trouw en kunnen hem eigenlijk niet missen.

Wij gingen een ochtend met Booij op pad, bekijk hier de reportage.

Het recept is al die jaren hetzelfde gebleven: een goed product en vooral persoonlijk aandacht en betrokkenheid. Daar is niets aan veranderd, ondanks het nieuwe vervoersmiddel, waarmee Booij trots door de straten van Dubbeldam rijdt. “Mensen kwamen allemaal kijken toen ik met de tuktuk aankwam, ze vonden het allemaal prachtig!” Het nieuwe vervoersmiddel heeft alleen één nadeel: “Hij is open, dus als het regent zoals zaterdag, word je zeiknat.” En de besturing was ook even wennen, maar na drie weken heeft Booij het aardig onder de knie. “Ik heb er geen speciale opleiding voor gehad, ik heb het mezelf gewoon geleerd. Het was wel even wennen, hij kan wel 50 kilometer per uur maar ik ga maar 25 hoor. Het hoeft allemaal niet meer zo hard voor mij.”