Hoera, Johan de Witt is 400 jaar: zo vierde Dordrecht zijn geboortedag

“Een vriendin van mij had de slingers nog hangen en bij een winkeltje zagen we een vier en twee nullen”, zegt Ron de Groot, die al elf jaar op de plek van Johan de Witts geboortehuis in de binnenstad woont. “Toen dachten we: ‘Dat gaan we doen’.”

Het huis staat op een steenworp afstand van het standbeeld van Johan en Cornelis de Witt, dat sinds 1918 op de Visbrug te vinden is. Dat was ook de plek waar de aftrap van zijn 400ste geboortedag van start ging met een muzikaal eerbetoon door de Marinierskapel van de Koninklijke Marine.

Daarna volgden speeches van commandant Ivo Moerman en de Dordtse burgemeester Nanning Mol, waarna een gevarieerd programma volgde met lezingen, een voorstelling en stadswandelingen.

“Elk jaar op hun sterfdag is er op deze plek een herdenking, maar wat mij betreft is het na 400 jaar ook tijd voor een verjaardagsfeest”, legt mede-organisator Christian Melsen uit. “Het is ook van belang dat we de gebroeders niet alleen herinneren door hun dood, maar juist door wat ze in hun leven hebben bereikt.”

Johan de Witt was namelijk een van de meest invloedrijke en belangrijkste politici uit de Nederlandse geschiedenis. In de Gouden Eeuw was hij negentien jaar lang raadpensionaris van het gewest Holland en bracht volgens Melsen meer welvaart naar onze regio. “Je had hier relatief veel tolerantie, er kwamen filosofen hierheen en relatief veel kinderen konden leven en schrijven. Daar heeft hij een belangrijke rol in gespeeld.”

Toch wordt De Witt vooral herinnerd door zijn dood. In 1672 werd hij in Den Haag, samen met zijn twee jaar oudere broer Cornelis, vermoord en verminkt door een woedende menigte. Voor treurnis was alleen weinig plek op zijn ‘verjaardagsfeestje’.

Het jubileumjaar gaat donderdag verder met een inmiddels uitverkocht symposium in het Dordrechts Museum. Daar is ook nog, tot en met 7 december, de tentoonstelling ‘De Wereld van Johan de Witt’ te zien.

Benieuwd hoe de festiviteiten eruitzagen? Bekijk via ons YouTube-kanaal een reportage: